Van Rome naar Palermo

De werktitel is "Van Rome naar Palermo".
De ondertitel is "Jippieehaijee, jongensdroompiiee!!"
De geografische benaming is "Rondje Tyrreense zee"
De voorbereiding is begonnen. De medewerking eveneens. De eerste kaartjes zijn gekocht. 

Goed, zult u zeggen. Maar waar gaat het nu over?
Dat zullen we u vertellen. 

Kort gepland reisschema (: en wat er van terecht kwam)
Dag 1 van Duiven naar de Alpen (: niet verder dan Breisach (D))
Dag 2 naar Maranello (: Gelukt!)
Dag 3 naar Toscane / Umbrië (: Gelukt, tot aan Marta.)
Dag 4 naar Rome, daar komt Odile aan per vliegtuig (: Gelukt!)
Dag 5, 6 en 7 Rusten en Rondneuzen in Rome (: Gelukt!)
Dag 8 en 9 naar Napels, Pompeï en Vesuvius (: bijna, door mijn rug, gestrand in Ercolano.)
Dag 10 langs Amalfi (: Gelukt, tot aan Cetara.)
Dag 11 naar Sicilië (: nope, slechts tot aan Diamante.)
Dag 12 de Etna beklimmen (: ook niet, via snelweg naar Cefalù.)
Dag 13 dagje oudheid in Syracuse (: nee hoor, gewoon rustdag.)
Dag 14, 15 en 16 Rust aan de Kust (: bijna, 2 dagtrips en een rustdag.)
Dag 17 Palermo en Odile vliegt terug (: Gelukt.)
Dag 18 naar Sardinië (: nee. Geen boot, einde rondje, over land terug.)
Dag 19 naar Corsica (: nee, door nattigheid en koude naar Rome)
Dag 20 naar de Apuaanse Alpen (: in your dreams, lekke band en vet koud naar de Dolomieten)
Dag 21 naar de Dolomitische Alpen (: nietwaar. Gewoon zeiknat huiswaarts (wat ook niet lukte))
Dag 22 naar huis. (Yes, eindelijk thuis, na 150 kilometer natte sneeuw. Brrrr.)
Rondje Tyrreense Zee     

De voorbereiding

In juni 2015 fietsten we rustig de Alpe d'Huez op om de volgende dag te vrijwilligen tijdens de Alpe d'HuZes, het evenement in het teken van kankerbestrijding en fondsenwerving voor het Koningin Wilhelmina Fonds, het KWF. Een week later reden we rustig met ons autootje met cruisecontrol en airco naar Avignon op weg naar Marseille om een oude schoolvriend op te zoeken. En lekker te eten en te drinken. Op weg naar huis, na twee weken vakantie zonder kinderen in het voorseizoen en nog een vakantie in petto in het naseizoen zaten we lekker te kletsen in de auto. Wat zullen we doen in september? De temperaturen worden dan lager, de dagen korter en de campings zijn dan gesloten. Misschien met het vliegtuig een grote reis? Moeilijk, in verband met werk en zo. Of thuis gaan klussen? Nee. Dat doen we wel 's avonds en er tussendoor of we huren iemand in. Wat denken we van een stedentrip, of twee?
"Mmmm", denk ik. "Niet eens zo'n verkeerd idee!". En ik roep even later uit: "Weet je wat? Als ik nu eens met de motor naar Rome rij. Dan vlieg jij er naartoe en dan vragen we de Paus of we zijn huis mogen zien.  En daarna rijden we samen op de motor naar Napels en Pompeï en zien de Vesuvius. Vervolgens langs de Amalfi kust naar Sicilië, de Etna beklimmen en dan door naar het strand. In Palermo staat dan een vliegtuig op je te wachten en ik rij met de motor terug!" 
Buiten adem en met kippenvel op mijn armen kijk ik vol verwachting naar mijn vrouw. Die knikt. En mijn reis, onze reis "Van Rome naar Palermo" is begonnen. Met de voorbereiding. 

Dag 0 = Keuzes maken

Miezer, donker, 05:11. Wakker terwijl ik weet dat het veel te vroeg is. Vandaag nog heel veel doen in de vorm van mijn werk afronden, taken delegeren, verslagen maken. Maar ook in de vorm van uitzoeken, inpakken, oppakken. Nog veel te doen. 

Het weer was de afgelopen dagen perfect. 19 graden met bijna geen wind, bedekt met af en toe een zonnetje. Maar wij waren thuis en hadden onze handen vol aan diverse festiviteiten en logées en eten en drinken. Allemaal bijzonder leuk, echt. Het hield wel de aandacht af van wat belangrijk is: het voorbereiden van onze motorvakantie. 

Het weer voor de komende dagen is niet best. Er wordt veel regen voorspeld in Nederland, Duitsland, Oostenrijk en in het oosten van Frankrijk. Ik zal dus waarschijnlijk nat de Alpen over gaan. Daar moet ik me op voorbereiden. Op dag 0. 
Maar eerst de ochtend gebruiken voor werk. Dat is het plan. Ofwel: dat wàs het plan want de hele dag bezig met klanten en ook zelfs nieuwe klanten. Druk druk druk. 

Pas 's avonds heb ik tijd om de koffers te pakken en vol te stoppen met alles wat we nodig hebben. En om naar het weerbericht te kijken. Mijn bedoeling was om morgen eerst oostwaarts te rijden naar Paderborn en dan naar het zuiden. Maar Duitsland is nat, natter, nattest. Also wird umgeschaltet nach Plan-B. Alleen heb ik geen plan-B. 

Ik besluit om morgen eerst kilometers te maken naar Maastricht. Daar zie ik wel verder. De regenkleding ligt klaar, een verschoninkje zit droog in plastic. De motor staat koud en nat te zijn, grijs metaal en kunststof op vers zwart rubber. Het druppelt buiten als ik ga slapen. Morgen gaat het beginnen, weer of geen weer. 
 

Dag1 van Duiven naar Breisach
04:10 . Alweer zo vroeg wakker, wat zou dat toch zijn? Even op Ipad gekeken. Weer in Dld lijkt beter dan gisteren voorspeld.Dus toch via Paderborn door het oosten van Duitsland naar beneden? Of kies ik voor de snelweg om zo snel mogelijk door de nattigheid te raken? Nee, dat niet. De bedoeling is om zoveel mogelijk de snelweg, autobahn, autostrada en l'autoroute te vermijden. Ik doe de ipad uit en draai me om met de bedoeling om nog wat te slapen, wat niet echt lukt. Om half acht zitten we aan de koffie en een ontbijtje. 

Het is uiteindelijk een grijze doordeweekse ochtend. Ik hang de koffers aan de motor en hannes wat met de tanktas. Dan ga ik naar binnen en kijk op de laptop en besluit om af te wijken van alle eerdere plannen. Eerst snel naar Maastricht, dan zonder snelwegen de Eiffel en Elzas door. Ik ga op pad, pak mijn jas en helm en ga nar de motor, Iedereen is naar het werk of naar school. Eind september. Wie gaat er nou nog op vakantie, in die kou en regen? Af en toe komt er een buurman en buurvrouw langs, zij beseffen niet dat ik ga beginnen aan een wereldse reis. buurman Henk had het in de gaten en wenst me goede reis. En Laura wil wel even op de foto. Alleen in de straat kleed ik me aan, start en rij weg. Dag 1 is, in alle stilte, echt begonnen. Zoals het de eenpersoonsmotorclub betaamt. 

Het begin gaat een beetje stroef. Alle stoplichten staan op rood en iedereen vergeet gas te geven of naar rechts te gaan. Het is frisjes en het miezert af en toe. 

In Maastricht neem ik een volle tank benzine, een koffie en een broodje. Dan nog even snelweg tot Eijsden en dan ga ik binnendoor, richting Saarbrücken. Dat is via Verviers en Trier. 

In Trier zet ik de Tomtom op Mulhouse, omdat ik door de Elzas wil rijden. Tomtom beslist anders en leidt me er omheen. Ik grijp in op de parkeerplaats van een supermarché en kies een pracht van een colletje waarna ik ook maar meteen een hotelletje boek. In Breisach Deutschland. 

Het hotelletje is niet duur, dus jaren vijftig/zestig. Maar de keuken is open en het trübe Weizen is doeltreffend. Rustig met een garage voor de motor. Helaas geen tijd om een rondje te lopen of te kletsen. Om tien uur ben ik de laatste in de bar cq restaurant dus ik neem mijn glas, tot vreugde van het personeel, mee naar mijn kamer. Zodat zij ook naar bed kunnen. 

Het plan is om morgen bovenlangs Zwitserland te rijden, dan via Oostenrijk wat Dolomietjes bedwingen en dan naar Maranello. Met die gedachte red ik het laatste slokje, netjes tanden poetsen en plops. Het licht gaat uit. 
 
Dag 2 van Breisach naar Maranello
Hoe alles anders kan lopen en het toch nog goed uitpakt. 
Wie kent het liedje " A day in the life" van The Beatles? 
"Woke up, fell out of bed, dragged a comb across my head....." 
Vandaag was een dag in het leven van de eenpersoonsmotorclub. 

Eerst koffers pakken en nog eens pakken. 
Dan ontbijt in een vol-ledig lege eetzaal, broodjes mee als lunch. 
Dan de motor klaarmaken maar waar is toch die kamersleutel? 
Dus alles weer uitpakken totdat hij in een van mijn broekzakken blijkt te zitten. 

Eindelijk op weg. De route die ik gisteren inprogrammeerde bevat een fout. Daardoor ben ik een uur onderweg en kom steeds weer uit bij Freiburg. Met de ouderwetse kaart op de tank ben ik na heerlijk sturen bij de Bodensee. Ik weiger Zwitserland in te gaan dus ga via de Deutsche Alpenstrasse naar Reutte. Die Alpenstrasse is afgesloten. Na wat rondjes rijden kom ik op het idee om maar meteen Maranello in te toetsen als eindbestemming. Grote schrik: estimated time of arrival is 23:50. 

Ik kan niet anders maar moet inmiddels via Sölden en de Timmelsjoch naar Italië. Over een uitgestorven besneeuwde bergpas, derhalve. Een uur lang is het leven zwart-wit. 
Dan komen de kleuren terug in het landschap en op mijn wangen, de temperatuur loopt op tot een zwoele 17 graden in de schemering. En ik moet nog 280 km! 

Dan maar de snelweg. Op een Aero Servizzio ga ik wateren. Net als alle broeken voldoende ruimte bieden voor een stroompje en ik plaats heb genomen voor het witte altaar, hoor ik achter me mijn helm in het wasbekken vallen. Klik. En ook daar gaat het stromen. Ik schiet in de lach en in de stress want de automatische kraan stroomt in mijn gekantelde helm. Gelukkig heb ik waterdichte handschoenen in de helm gelegd. Jammer dat de kraan precies mijn linkerhandschoen vult. Gelukkig blijft mijn helm droog. Jammer dat mijn handschoenen nu vol water staan. Gelukkig is mijn broek nog droog. Jammer dat al het water uit mijn helm en handschoen nu op de grond ligt. Gelukkig vindt de schoonmaker het geen probleem. Jammer dat ik 280 km 1 natte hand heb. Gelukkig heb ik een extra paar handschoenen bij me. 

Aan het einde van de snelweg is mijn hotel. 's Avonds laat in het donker een vreemde Italiaanse stad in om een hotel te zoeken. Gelukkig heb ik een tomtom. Jammer dat hij net besluit te stoppen en zich lekker gaat resetten. Gelukkig herstelt hij zich na enkele minuten rondjes rijden op rotondes. Ik vind mijn hotel. De man komt naar me toe en verontschuldigt zich. De waterleiding is kapot zodat hij elders moet onderbrengen. Hij stapt achterop en wijst me de weg. 

Niet veel later staat mijn motor onderdak, is mijn pak uit en zit ik in een traditioneel restaurant. Heerlijk eten en een Limoncello di Amalfi als toetje. De route voor morgen komt morgen wel. 
 
Dag 3. Van Maranello naar Marta
Je weet wel, Marta, aan het meer van Bolsena, een kratermeer van dik 114 km2. Niet ver van Rome. Met een klein B&B in een woonwijk. Met honden en hondjes. En veel Italianen die op straat leven. Levendig dus. Ha, maar ik heb oordoppen! 

Vandaag heb ik uitgeslapen tot half negen. Dus om acht uur was ik klaarwakker, heb gedoucht en rustig aan de koffer gepakt. Daarna naar het ontbijt. Alle bakken van het buffet bijna leeggegeten, dus net op tijd. Route gemaakt: rustig aan eerst naar Abetone waar ik een prototype Ferrari spot. 

Dan verder, zonder snelwegen naar Sienna. Volop Toscaanse heuvels met dorpjes en wijngaarden. Diverse keren denk ik dat al mijn motorvriendjes dit ook een moeten meemaken. En ik zie ook veel fietsers, oude en jonge stellen. En dan denk ik dat ik dat ook eens wil doen, van de ene agricultura naar de volgende. Lekker eten en drinken in fattoria en trattoria, uitbuiken in zo'n verwenboerderij met zwembad.  

Voor Sienna sla ik af richting zuiden. Ik wil niet te ver van Rome uitkomen en op een christelijke tijd. De vermoeidheid slaat toe. En de bilpijn. En de oorpijn van een drukkende helm. Overal pijntjes. Ik ben zoooo zielig. Nee hoor. Het is gewoon even wennen, de grenzen verleggen. En zo stap ik goedgemutst weer op, geniet van het prachtige landschap. De bochten rijgen zich aaneen tot een levende film, een droomlandschap van goud met groen tot de horizon en met blauw en zilver tot zo hoog je kunt zien.  

Inmiddels heb ik er goed 1700 km opzitten en ik begin de motor lekker aan te voelen. Ik vertrouw op hem en hij vertrouwt op mij. Had ik al gezegd hoe zeker deze machine aanvoelt in de bocht? Als je nog schuiner gaat dan schuin en je tenen raken het asfalt, dan schuif je de voeten iets naar achter en komt er een beetje leven in de brouwerij. Het lijkt alsof de fiets zich dan schrap zet en in zijn veren kruipt. Nog strakker geveerd dus grijpt het rubber in het asfalt, zodat steentjes en takjes voelbaar plaatsmaken voor het rubber. Kleine stapjes opzij horen daarbij. En we schrikken niet, genieten van de grenzen. Leven is het meervoud van lef. 

Het is avond. Met een flesje Nastro Azzurro zit ik op een balkonnetje te schrijven, Vanavond ga ik op zoek naar een pizza. .  

De pizzeria die open is, is een gribus. Met plastic bekertjes en vierkante pizza. 
Met een bellende zwerver en een blondine met k.keffertjes die tegen haar witglimmende laarsjes opspringen. Ik kijk, ruik, luister en geniet. Proef een geweldige pizza en brand mijn vingers aan de hete kaas. Goed dat er plastic bestek is. 

Morgen naar Rome. Dan komt Odile en dan reizen we samen de komende twee weken van Rome naar Palermo 
 
Dag 4. Van Marta naar Rome
Gisteravond een korte wandeling naar het meer. Veel wind leidde me in korte tijd naar het pizza restaurant van het dorp. Plastic bordjes en bestek, bier zelf gepakt uit de rammelende koelkast. Maar een pizza zal ik je zeggen! Eén uit duizenden.  
Niet veel later stap ik kordaat over straat richting de Gelatteria van het dorp. En dubbele bol ijs verder stap ik voldaan richting mijn B&B. Snurken! 

Deze ochtend, na het ontbijt betaal ik de B&B eigenaar. Hij vraagt me om een goede recensie te schrijven op Booking.com. Hij vraagt om een 10. Ik vraag daarvoor smeergeld. Wij lachen en nemen afscheid. Ik rij naar Tuscania, een ernstig oud ommuurd stadje tussen Rome en het meer. Echt de moeite van het bezoeken waard, denk ik later. 

Mijn reis gaat eerst naar het meertje van Bracciano waar ik even omheen rij, om daarna mijn reis te vervolgen naar Rome.  
Het wordt alsmaar drukker, totdat ik van links en van rechts verkeer op me zie afkomen. Met een beetje gas erbij voeg ik me in het Romeinse verkeer. Gelukkig werkt tomtom naar behoren en loodst me van links naar rechts door de warboel van het verkeer.  

Even een aantal tips voor correct gedrag in het verkeer van Rome. Wees duidelijk, wees kordaat. Wie twijfelt wordt opgegeten en is prooi voor de anderen. Kijk naar voren en niet in je spiegels, spiegels zeggen wat er was; je neus en ogen zeggen wat er gaat komen. Voetgangers zijn veilig, zeker op zebrapaden. Geen automobilist of scooteraar heeft kwaad in de zin, ze willen alleen maar het asfalt gebruiken want het is immers betaald. Voorkruipen bestaat niet, als jij je benadeeld voelt had je gewoon wat eerder moeten zijn. Rode verkeerslichten zijn handig, niet meer dan dat. En handhaving, daar komt de politie niet aan toe.  

Binnen een half uur ben ik al deze wijsheden meester en voel me volledig één met de Romeinen. Totdat ik ons B&B heb gevonden, een hek door ga, een oprijlaan afrij en een glimlach van Myriam en Giancarlo te pakken heb. In ons beste gebarentaal en Engels en Italiaans en Frans maken we kennis en zie ik onze kamer. De koffers gaan van de motor en ik ga naar het vliegveld mijn Odile ophalen. Te vroeg wacht ik geduldig met perfecte koffie en een watertje.  

Eenmaal in het B&B besluiten we 's avonds met de bus naar het centrum te gaan, we zijn vergeten om kaartjes te kopen maar dat geeft niet. Er is toch geen handhaving.  
Ook na een wandeling in feestelijk verlicht Rome reizen we gratis terug. Morgen gaan we fietsen.
 
Dag 5. Fietsen in Rome
Dag 5. fietsen in Rome 
Vroeg op om met bus 881 en 64 op of in ieder geval in de buurt van de ontmoetingsplaats te komen. Helaas zegt de theorie dat we halverwege moeten overstappen, in de praktijk blijkt dat we hierdoor een bus missen en stevig doorstappen zodat we op tijd komen.  

De opstapplaats is een winkel annex verhuur annex museum van Vespa scooters. Een grote groep Hollanders splitst zich op om met een Nederlandse gids Rome te verkennen. We rijden langs het gouden huis, Colosseum, Piazza del Populo, Trevi fontein en Spaanse trappen tot aan het Piazza Navona. En we overleven alweer het Romeinse verkeer. 

Na een copieuze lunch wagen we ons lopend over het Forum Romanum. Een overdaad aan oudheid onder een heldere zonnehemel en 30 graden.  
Een paar uur later nemen we de bus terug naar ons B&B om even te douchen. Het chinese restaurant om de hoek is aanlokkelijk en dat houdt in dat we het niet te laat maken. Morgen weer een lange dag op bezoek in het Vaticaan.
 
Dag 6. Sint Pieter
Vroeg ontbijt, gratis bus, zoeken naar ontmoetingsplaats, ticket op internet, dan in de rij om een handgeschreven ticket te krijgen met sticker met tijd er op, dan achter de dame aan in de rij voor het veiligheidspoortje, dan achter de dame aan in de rij voor een gehoorapparaatje en dan is er ... De St Pieter Basiliek. Lees het internet voor details. Het is enorm en niet te bevatten.  

Eerst had ik zoiets van "wat oneerlijk en ongehoord, zoveel rijkdom op één plek." Nu heb ik zoiets van "dit moet blijven bestaan en opengesteld worden voor iedereen om te zien wat mogelijk is". Want hoe je het wendt of keert, het blijft een voorbeeld van wat mensen kunnen presteren als ze maar gemotiveerd zijn.  

Daarna met zere voeten een snelle lunch waarbij de spaghetti carbonara niet eens verkeerd was, net als de gebakken groente. Vervolgens in de lange rij voor een bezoek aan het Vaticaans Museum. Als je nog iets aan bevattingsvermogen over hebt raak je dat subiet kwijt. Bij mij ging het lampje uit aan het begin van een honderden meters lange gang vol ruimtes waarin op oudheidkundige wijze op kaarten wwerd uitgebeeld hoe de wereld er uit zag. Alleen al die honderden meters goudbeschilderd plafond... En dat was slechts één vleugel en dan nog maar één verdieping. 

Gisteren hoorden we van het concept "Aperitivo". Met name in de wijk Trastavere, een bohemien wijk aan de overzijde van de Tiber, zouden diverse bars hier invulling aan geven. Door vanaf 19:00 uur slechts 8 of 10 Euro te vragen voor een drankje, maar dan mag je meteen gebruik maken van een buffet aan Tapas die op de bar staan uitgestald. Met een beetje inzet heb je dan een complete maaltijd bij elkaar gesprokkeld. En dat is ons gelukt. 

Behalve dat we lekker geborreld en gesmikkeld hebben zijn nog vermeldenswaard de mooie bruine benen van een Hollandse blondine en het gesprekje dat we hadden met een ouder stel uit state New-York. En natuurlijk onze ober en de dame achter de bar, die na een paar sterke biertjes onze beste vrienden zijn geworden. 

Voor de ontnuchtering hebben we een avondlijke wandeling naar het piazza Navone gemaakt en een sigaren ijsje geproefd (gatver) plus een ijsje met spaanse pepers (yak). 
Niet veel later zaten we in de gratis bus naar het B&B. Aan mijn laatste biertje ben ik niet meer toegekomen.
 
 
Dag 7. Van Rome naar Napels
Vandaag gaan we voor het eerst met zijn tweeen met volle bepakking onderweg. Na het inpakken van de koffers buk ik naar mijn linkerlaars waarbij met een stille klik mijn rug op slot springt. Shit. Auw. Even liggen en kijken of het overgaat. Nee dus.  

Met een ongezonde kromming weet ik de koffers op de brommer te bevestigen en voorzichtig rijden we weg. De weg parallel aan ons straatje leidt direct naar de landerijen buiten Rome. De rust keert weder. Gedrang van auto's en scooters verandert in , tja , eigenlijk wordt het alleen iets rustiger maar verder verandert er niets. Totdat we tegen de zee aanbotsen en linksaf zuidwaarts afslaan. Dan zien we alleen nog, kilometers lang, lintbebouwing met rechts vakantiehuisjes aan zee en links vakantiehuisjes aan de weg.  

Eigenlijk is het geen mooie route. Ook het stukje door het natuurgebied is niet leuk. Dat komt ook door de zeurende rugpijn en de benauwde warmte. Wat wel leuk was, zelfs erg leuk, was onze ontmoeting met een ex-Rotterdammer, eennras-Italiaan die het drie maanden in Nederland wist uit te houden totdat hij weer boer werd. Hij bestiert het fruitstalletje waar wij bij toeval stoppen voor wat fruit. Ik puf uit op een klapstoel terwijl Odile en hij alle groenten en fruitsoorten van zowel een Nederlandse als een Italiaamse naam voorzien. Als ze weer bij de boontjes zijn, mogen we niet betalen. De appels en druiven zijn een kadootje. En lekker.  

Eigenlijk had ik de laatste vijftig kilometer voor en door Napels langs de kust willen rijden. Maar dat idee gaat aan de kant voor een doorgaande route die sneller is. Met alle opstoppingen en congesties en files die je kunt bedenken. Als links en rechts de scooters weer voorbij komen maak ook ik ons smaller, in gedachten, en tripleer dat het een lieve lust is. Odile roept af en toe " doe eens normaal" totdat we beide het er over eens zijn dat mijn nieuwe rijgedrag hier heel normaal is. 

Ons B&B Villa Nunzia in Ercolano heet ons welkom met een camera bewaakt ijzeren poortwerk, met daarachter een giga villa, zwembad, parkeerterrein voor een klein transportbedrijf en een hartelijke Guiseppe die de scepter en zijn handen zwaait. In de tijd dat ik de motor op de parkeerplaats heb gezet en ben teruggelopen heeft hij Odile alles uitgelegd, de koffers naar de kamer gebracht en ons weer alleen gelaten. In een prachtige kamer met een balzaal als douche-toilet en een balkon met uitzicht over de gehele baai van Napels.  

Als achter ons de volle maan opkomt over de top van de Vesuvius, op wiens flanken wij vannacht rusten, besluiten we om een afhaalpizza te laten komen. Tien Euri voor twee pizza's tot op je balkon. En dat laatste biertje van gisteren. Als ik uiteindelijk met zere rug mijn bed bereik slaap ik in met de gedachte dat Napolitanen iets verkeerd gedaan moeten hebben en gestraft zijn met de aanwezigheid alom van blaffende en keffende honden. Maar ik slaap in. Het zijn hun honden en overmorgen ben ik weg. 
 
 
Dag 8. Pompeï en Vesuvius
De geest is gewillig maar mijn rug is zwak. Vandaag begint met kreunen en steunen en na het ontbijt, dat overigens on-Italiaans goed en uitgebreid is, tot en met ham en kaas en scrambled eggs with bacon toe, ga ik in bed op mijn rug liggen. En val af en toe in slaap. Au. Oei. 

Tegen twaalven besluit ik dat ik natuurlijk wel op een motor kan zitten. Dus gaan we op pad richting Pompeï. Zonder snelweg, dat betekent een verkeerschaos van 18 kilometer. Niet te filmen! Toch probeer ik het met de Gopro. Ben benieuwd wat er van over is.  
Helaas stond de camera niet aan op het enige punt waar drie teams van politie agenten probeerden het verkeer te regelen. Juist op dit punt liep alles vast en in het honderd. Scooters en ondergetekenden werden gemaand zo snel mogelijk de stilstaande auto's hetzij links of rechts te passeren. Lachen. 

Op de parking tegenover de hoofdingang is een hoekje waarheen de uitbater van een kiosk ons wenkt en welkom heet. Parkeren kost drie Euro maar dan past hij op de motor. Als hij ziet hoe stram ik van de motor klauter besluit hij om samen met mij uitgebreide rek- en strekoefeningen uit te voeren. Ook de stalletje-met-snuisterijen dame blijkt twee hernia's te hebben en doet een duit in het zakje met oefeningen. Na twee koffie en twee broodjes weten we de leeftijd en namen van des uitbaters kinderen en besluit hij om ook op onze jassen en helmen te passen. Odile heeft mensenkennis en ik heb twee Euro over voor deze nobele geste. Als we maar wel voor zessen terug zijn.  

De wandeling over de uitgravingen van Pompei zijn imposant maar ook wat verwarrend omdat niet altijd duidelijk is wat origineel is en wat, voor de toeristen, hersteld is. Toch zijn twee en een half uur nauwelijks voldoende om het geheel te zien, zoveel is bewaard gebleven. Ik ben daarentegen ook benieuwd hoe het met onze helmen is gesteld. En zowaar, ze zijn nog daar. Na een cola en een ijskoffie nemen we hartelijk afscheid.  

De chaotische motortocht door de krochten en spelonken van de Napolitaanse voorsteden, wederom 18 kilometer tripleren en quadripleren en weer langs die verkeersagenten, die nu ook de hulp van burgers met fluitjes hebben gelregen, vinden we de bergweg omhoog naar de top van de Vesuvius. Acht kilometer kronkelt een weg over de rug van deze eens vuurspugende berg en biedt ons diverse prachtige uitzichten over het dal en de baai. 

Terug op de basis besluiten we Napels Napels te laten en morgen verder te gaan richting Zuiden. We hebben even de buik vol van grote Italiaanse steden en zien uit naar de rus van de bergen. Ben benieuwd wat de Amalfi kust morgen brengt. Zeker omdat de weersvoorspellingen niet zo positief zijn.... 
 
 
Dag 9. Donderdag. Van Ercolano naar Cetara
Russian Lady bloemenbroker 
Canadees echtpaar  
Ik moet naar boven om kwartier rug te strekken en Odile pakt de koffers in. 
Giuseppe vertelt van zijn plannen voor hotel 
Met dreigende lucht nemen we klein stuk snelweg, dan binnendoor naar Sorrento , de Capo en dan, na een lunch in een bergdropje waar een excentrieke man ons het allerbeste wenst, via files en drukte naar Amalfi. Koffie aan het water, toeristen met reddingsvlotten van cruiseschip, drukte van bussen en taxi's. 
Voorbij Amalfi kiezen we voor Cetara en worden net nog zeiknat. Net voor B&B van nette dame. 
's Avonds borrel aan het water en dan luxe eten, begint stijfjes maar uiteindelijk proeven we allerhande specialiteiten en een rozemarijn-borrel als digestief. 
Snurkmachine gaat aan dus van slapen komt weinig. 
 
Dag 10. Vrijdag van Cetara naar Diamante
Na ontbijtje met taartjes pakken we de koffers in en rijden langs de kust, eerst snel voorbij de grote stad, dan het land in. Over kleine weggetjes het heuvelachtige boerenland, dan de kustweg van Agripolo via lunch met veel sla. Odile wordt verkoudener en mijn rug gaat beterder. Tijdens de route langs de kust moeten we wachten omdat er filmopnamen op de weg zijn. Dan door naar Diamante, omdat het mooi klinkt. 
B&B Casa di Luca is een appartement in een flat, maar er is een garagebox voor de brommer en een kamer met douche en balkon.  

Na het douchen wandelen we naar de boulevard op zoek naar een eenvoudig restaurant. Naast de yoghurtbar die net zijn deuren sluit en een aantal gelateria's is er een enkele pizzatent met de gezelligheid (not) van een tl-balk. Op weg terug vinden we een restaurantje met wat we willen. Te laat hebben we de buik toch vol en keren terug naar ons smaakvol (not) donkerpaars  geschilderde flatgebouw waar de vader van Luca, getooid met lederen pet en gilet, de deur opent en ons goede nacht wenst. In de gezellige (not) keuken zit een jong stel met twee jonge kinderen Italiaanse TV te kijken. . . . 
 
Dag 11. Van Diamante naar Cefalu
Onderling overleg leidde tot het besluit om vandaag naar Sicilie te rijden en daar een stek voor de komende dagen te vinden van waaruit we tochten kunnen maken. 
De eerste 60 km gaan over een "rode" weg langs rechst de zee met afwisselende vergezichten en de mooiste baaien, en links heuvels die soms weiden tonen, dan weer rotsen en vaak de mooiste en kleurrijkste bergdorpen torsen. Echt leuk. 

Maar om op te schieten nemen we van Rotoli tot aan Palmi de snelweg, met name vanaf Pizzo is dit een genot vanwege het afwisselende landschap dat vele malen groener en dus vochtiger blijkt dan wij met onze onnozelheid verwacht hadden. Vanaf Palmi nemen we weer de rode weg langs de kust die onwaarschijnlijk mooi is en ons een blik gunt van Sicilie.  
Als we bij de haven van Villa San Giovanni aankomen kopen we een ticket en kunnen meteen de boot oprijden die vervolgens vertrekt nog voordat ik de tanktas heb losgekoppeld. 

20 minuten later staan we aan de overkant en rijden op Italiaanse wijze de stad uit, om na twintig kilometer in een dorpje een gezonde lunch te nuttigen. Ik probeer nog de kustweg te volgen maar dat is niets, alleen maar bebouwing met gesloten winkels. Dus alweer, zeker omdat Tomtom zegt dat binnendoor rijden tot Cefalu ons zeker vier uur vertraging zal opleveren, leidt overleg tot het kiezen voor de snelweg. Eenmaal in Cefalu aangekomen hebben we dus meer tunnels van de binnenzijde gezien dan Siciliaans landschap. 

In Cefalu vonden we op booking.com een apartement dat ons wel beviel maar we hebben niet geboekt, we wilden eerst kijken of het wat is. Nou en of! Dus op zoek naar de receptie, de dame daar vertelt dat er geen huisje meer vrij is. Gelukkig heeft ze wel een alleenstaande villa met privezwembad in de aanbieding. Haar collega zal ons dit laten zien. Echter als we aankomen blijkt het huis niet schoongemaakt. En het zwembad is zo 'n plastic rond ding in de tuin. Dus adviseert de collega een ander appartement aan de andere kant van Cefalu. En daar zit ik nu, op het terras van ons huisje, met een bier en een afhaalpizza, te kijken naar de hemel omdat er zojuist een kolossale vallende ster voorbij schoot.  

En ja, ook hier zijn honden. En hier wordt het vuilnis op zaterdagavond om 22:30 opgehaald met ronkende diesels en luidkeels elkaar aansporende manschappen en vooral veel rinkelend glas. Proost. 
 
Dag 12, Zondag in Cefalú
De ochtend begint om 6:30 met een prachtige zonsopkomst, snel foto vanaf ons appartementterras en dan weer naar bed want we gaan uitslapen. Ik ben nog niet in mijn ritme. Omdat we besloten hebben om de rest van de week hier te blijven moet ik omschakelen van reiziger naar toerist. Als we wakker zijn moeten er eerst boodschapjes gedaan worden, bij de plaatselijke kruidenier.  

Tijdens het ontbijt met fruit en echte koffie gaat het al iets beter met me en we gaan even zwemmen in het zwembadje van ons complex. Een drie- of viertal Litouwers zit aan de rand van de pool met sigaretten en whisky (ik bedoel Bourbon, Jack Daniels). We kletsen even om dan ons klaar te maken voor een wandeling naar de stad. 

We dalen de berg af en volgen een wandelpad tussen bungalows en hotelletjes en ronden de kaap die ons stekje van het stadje Cefalu scheidt. Eenmaal de hoek om zien we een stadje vol toeristen, veel Italianen maar we struikelen over de Duitsers. Geen Nederlanders. "Het is niet jullie seizoen", verklaarde iemand.  

We mengen ons in de massa en drentelen van het ene doorkijkje naar het andere vergezicht. Dorst lessen we met bier en Aperol, maar niet voordat we een caneloni hebben gegeten en de dom hebben gezien. Dan nog een wandeling over de promenade ( Flanee Overflakkee ) en dan, na nog een biertje op weg naar een restaurant. We vinden 'Le Chat Noir', een traditioneel Siciliaans restaurant met eerlijke prijzen en heerlijke spijzen.  

Verzadigd slenteren we terug naar ons terras. Links de zee, rechts de huisjes. We zeggen elkaar dat we ons prima veilig voelen. Geen scooterende doelgroepertjes, geen hanige zonnebrillen in scheurende Seats. Er slenteren wel meer mensen over straat die netjes 'n-sera' zeggen. De temperatuur is nog steeds zo'n 20 graden, zo hoort het in oktober. Lekker. 
 
Dag 13, Maandag, Dagje oudheid
Eén van de heerlijkheden van Sicilië is de vallei van de Tempels, bij Agrigento. Een teken dat er 500 jaar voor onze jaartelling al Griekse beschaving was, dus net voor of juist net tijdens de opkomst van de Romeinse beschaving. Echter, en dat is op andere locaties op Sicilië te zien, was er in die tijd ook sprake van de invoer van Arabische beschaving. Wat al die beschavingen met de Sicilianen gedaan heeft? Ik zou zeggen: "kom zelf eens kijken en verbaas u niet, verwonder u slechts". 

Vandaag hebben we eigenlijk geen Sicilianen gesproken in de zin van een gelijkwaardig gesprek. Zij spraken ons aan in de zin van:  
aan de andere kan van het tankstation moet je zelf je pasje in de automaat stoppen en dan betaal je €1,53 voor een liter benzine, aan deze kant help ik je maar dan betaal je €1,64.  
Nee u mag hier niet parkeren, dan moet achter deze slagboom, maar die geldt niet voor motoren. 
Wilt u hier naar binnen, dan mag u ons kaartje gebruiken 
Hier stoppen! Ik ben Carabinieri en wil kijken of ik u geld kan aftroggelen 
Wil je verse inktvis? (watblief?) WILT U VERSE INKTVIS OF NIET? 
Het begint met het kopen van een brood en een flesje water. Dan terug naar het appartement voor een ontbijtje in de zon. Dan de kaart erbij en een route uitzetten: eerst een stukje langs de zee, dan door de bergen en vanaf Roccapalumba (nee, niet de titel van een VPRO programma) de rode weg naar Agrigento. Al snel merken we dat de gele weggetjes niet allemaal even goed onderhouden worden. Scheuren en gaten wisselen af met asfalt vol marmerstukjes en nieuw gitzwart asfalt. En dat elke vierkante meter. Met een wisselende snelheid en veel gevoel voor zigzag rijden we door een land vol landbouw. 

In Roccopolumba ervaar ik de gladheid van het asfalt als ik de motor wil keren op de schuin aflopende weg om te voorkomen dat de jiffy hem niet kan houden. Als ik met beide voetenop de grond sta is het alsof er olie onder mijn voeten zit. Zo glad is het asfalt. Gelukkig hebben de nof redelijk fris uitziende Pirelli's meer grip dan mijn laarzen.  

Als de motor eenmaal staat, net voor het terras waar we koffie nemen, komt de Carabinieri en zet hun Subaru Forrester dwars voor mijn fiets. Ik loop er op af om onheil te keren maar gelukkig gaat het niet om mij. Al koffie drinkend zien we dat af en toe wat mannen met sporttassen vol kleding en sokken zich naar de Carabinieri begeven en wat geld afdragen. Waarvoor? Geen idee. Na een kwartier of zo stappen wij weer op en op dat moment besluit de Hermandad ook te vertrekken. Kust weer veilig, geld op zijn plek, wij slechts €3,60 armer voor twee Americano's en twee caneloni's en een pracht live-act op straat. 

Na de koffie gaat het gezwind naar het zuiden. Net als we een paar vrachtwagens hebben ingehaald met iets bovengemiddelde snelheid vliegt een insect in mijn linkermouw en prikt gemeen. Toch even gestopt om wat tee-three olie er op te druppelen al is er niets te zien, en weer verder. Het land lijkt hier armer te worden. Sommige flatgebouwen lijken halfgesloopt en die ernaast half afgebouwd. Rommel op straat, wrakken in de berm. Oorlogsgebied lijkt het wel. Er doemt een grote afzichtelijke stad op, op de hellingen van een aantal heuvels. En dat terwijl de vallei van de Tempels vlakbij moet zijn. Snel rijden we op ons gevoel en op advies van Tomtom door de stad want bordjes richting de Vallei zien we pas de laatste kilometer.  

Maar dan zien we ze. Majestueus en tijdloos. Tekenen van oudheid. In een vallei waar men probeert de vegetatie en fauna terug te brengen tot 2500 jaar geleden. We rijden naar de ingang en stappen af. Er stapt meteen een driftig mannetje op ons af. Die van "hier niet parkeren". Dus rijden we twintig meter terug, langs de slagboom en betalen lekker niets. Dat zijn twee Euri uitgespaard. Dan gaat Odile voor €0,50 naar het toilet en ik stap over het hekje. Pling en de teller staat op €2,50. Lopend naar de ingang worden we aangesproken door een Duitse heer die vraagt of we naar binnen willen. Ik zeg " Ja " en prompt drukt hij me twee geldige toegangsbewijzen in de hand. Pling en de spaarteller staat op €22,50. 

Met onze gratis kaartjes lopen we naar de ingang. Geen controle. Ook goed.  
Halverwege de wandeling langs de tempels nemen we een broodje en een cola als lunch. Gewoon goed! En heerlijk in de schaduw want de zon brandt nog aardig en we hebben zo'n 27 graden. De wandeling van in totaal 2 kilometer wordt voltooid, apart is dat een aantal bezienswaardigheden gesloten of afgeschermd zijn. Misschiend dat we daarom gewoon naar binnen mochten? Van het laatste gespaarde geld kopen we twee kaartjes om met de elektrische bus de twee kilometer terug niet te hoeven lopen. Onze kaartjes geven we door aan twee Nederlanders die net een kaartje wilden kopen. 

Eenmaal terug op de parkeerplaats gaan de motorpakken weer aan en de helmen weer op en we gaan op weg naar het midden van Sicilië. Echter zo gemakkelijk is dat niet want onder een van de eerste viaducten staan Enrico en Giuseppe van de Carabinieri met een pannenkoek. Alt! Documenti. Ook van de motor. En van de verzekering. En van Odile.  
Tot zijn zichtbaar grote spijt kunnen we elk document binnen 10 seconden tonen zodat er geen enkel Euro-biljet van eigenaar hoeft te verwisselen. 

Dan gaan we binnendoor naar Alia. Een vergeten dorp waarvan de burgemeester jaren geleden huilend is vertrokken. Niet meer te redden. Dus ook de weg daar naartoe is zo slecht, dat het eigenlijk de weg is die we zochten! We hoorden van slechte wegen met gaten en scheuren maar deze weg spant de kroon. Op sommige stukken is geen weg maar is het gat opgevuld met beton en grind. En de gaten zijn diep genoeg om een scooter in te verbergen. 
In het dorp Alia zelf zijn een aantal wegen zeker met een hellingspercentage van 25% gemaakt van kiezelstenen gevat in een raamwerk van marmer. Glijbanen dus.  

Net op dat moment besluit Tomtom om zich te resetten. We hebben in de spaghetti van weggetjes even geen begeleiding. En er staan nergens verkeersborden. Wij nemen met de motor de gaanbare weg die alleen vrachwagens en bussen mogen nemen, weer zo'n regel die je vrijwel nergens in de EU tegenkomt.  Na deze maneuvre is Tomtom weer opgestart en hebben we acht minuten gewonnen op de geprognotiseerde aankomsttijd. Mooi. 

De reis gaat langs versgeploegde velden, vuilinisbelts, akkers die worden platgebrand en verlaten fabrieken en half-affe gebouwen. Tot aan een supermarkt. Daar kopen we verse waar en pasta, voor het diner in ons appartement. Pling! Weer wat gespaard. 
En met een biertje en wijntje en volle buik schrijven we dit verslag. Om nooit meer te vergeten. 
 
Dag 14, Dinsdag, strandje, werk, te laat vooor hap
's Morgens weer veel te vroeg wakker. Ondaks alle afleiding speelt steeds het werk door mijn hoofd. Voor volgend jaar een oplossing vinden voor het software deel van het probleem. Na het ontbijt komen we toe aan een belofte om naar het strandje te gaan.  

Met flesje water en hotelhanddoek wandelen we dwars door het luxe hotel Kalura, door het luxe restaurant, over het luxe terras, richting de trap met negentig treden richting het idyllische strandje. Op zoek naar een plekje horen we dat de strandstoelen gratis zijn, alleen voor de ligbedden moet je betalen.  

Na een duik in het zoute water en zeker een kwartier lezen krijg ik vrijaf van Odile om met de motor te tanken en een lunch te regelen. We hebben nog een pasta salade staan en aangevuld met olijven, tonijn en bonen moet dit lukken. Omdat ik alleen hoef te tanken en het dertig graden is, doe ik heel stout iets wat ik anders nooit doe. Iets dat italianen echter altijd doen. Namelijk in t-shirt op de motor naar het tankstation. Daar staat een trotse R1200GS te pronken naast de kassa, navraag leert dat de tankbediende die me helpt de eigenaar is. 

Terug in het appartement bereid ik de lunch en pak deze in de topkoffer, in t-shirt gaat het naar beneden, weer dwars door het hotel en het restaurant, alleen nu met twee plastic zakken vol water en pastasalade. Geen Italiaanse haan die er naar kraait. 

Na de lunch ga ik alvast naar boven en regel wat zaakjes voor diverse klanten. Want hoewel ik op vakantie ben, ik ben (slecht weliswaar) bereikbaar en doe wat ik kan om een en ander te regelen. Totdat Odile me komt vergezellen en de kurk van de fles gaat voor de Aperitivo. 
Tot nu is het een heerlijke saaie ouderwetse luiervakantie dag.  

Als het donker is lopen we richting Cefalu om iets te eten. Een dame steekt achteruit de weg op met zonder achterlichten. Ik maak haar hierop attent en als dank vraagt ze of wij "Autostop?" wensen. Iets wat ik meteen vertaal als "wilt u een lift naar het centrum?". 
Nog geen dertig seconden later zitten we achterin een nagelnieuwe Fiat Panda en worden drie minuten later gedropt midden in het centrum. "grazie-mille!". 

Na veertig meter, het kunnen er ook drieenveertig zijn geweest, komen we langs een authentiek Siciliaanse wijnbar. Met een happy-hour aanbieding met wijn en hapjes. Dat lijkt ons wel wat maar helaas, de baas zegt met gulle lach dat hij door de ingrediënten is en dat het happy-hour voorbij is. We besluiten dan maar door te lopen en iets anders te zoeken. A domani, zeg ik tegen de vrouw van de baas, dan komen we terug. 

Door de winkelstraat, de goudsmidlaan, de prullariasteeg, over het resto-plein en langs de Gelatteriadreef. Een aantal keer ontkomen we niet aan een bezoekje aan het interieur van een van de vele winkeltjes met spulletjes. Echter waren we op zoek naar eten. We zien veel uitspanningen met giga-prijzen en gastro-uitstraling maar we zoeken juist iets eenvoudigs. Dus lopen we terug naar de wijnbar. 

Na vierhonderd meter, het kunnen er ook vierhonderddertig geweest zijn, ziet de vrouw van de baas ons aankomen. "Ja ja", zeg ik, "het is al morgen, de tijd gaat snel". "Gaat u dan maar snel zitten", is het antwoord van de dame in kwestie. En we bestellen hetgeen ons wordt aanbevolen. Na ee poosje komt de baas naar buiten. Ik vraag of die mooie rode R1200GS van hem is. Zijn ogen beginnen te stralen. We raken aan de praat en onze passies komen overeen.  

Als Giuseppe, zo heet de baas, weer de keuken in is en ik weer rustig aan ons tafeltje zit, raken we aan de praat met Bob en Janice, een ouder stel uit Londen dat in mei is getrouwd en nu hun huwelijkreis viert. Binnen drie minuten hebben we de stoelen gedraaid en hebben we een klik en we praten zo gemakkelijk met elkaar dat ook Giuseppe erbij komt en zijn vrouw  Mima introduceert. We zijn de laatste gasten en nemen na het laatste glaasje afscheid. 

De wandeling terug gaat via de hoofdweg en de tunnel en duurt dus kort. Dat was weer zo'n onverwacht eind van een mooie dag. 
 
 
Dag 15, Woensdag, rondje door binnenland
Uitslapen, o nee: eerst zonsopgang kijken, dan koffie, dan ontbijten, dan korte route uitzetten en dan op stap. Er staat redelijk wat wind en er zijn regelmatig dikke wolken die overdrijven. Vandaag gaan we een rit maken in het achterland. Grofweg gaat de rit van Cefalu naar Collesano, Polizzi Generosa, Petralia Soprana, Gangi naar Nicosia en dan weer terug.  

Zodra we de kustweg SS113 (Stada Statale) verlaten, beginnen de kuilen en frana ofwel aardverschuivingen. Sicilië is echt een land dat volop in beweging is. Ik kan honderduit vertellen over de bochten, de weg, de vergezichten, de dorpjes, de aardverschuivingen, de Fiatjes, de koeien en schapen op de weg. Maar je moet het gewoon zelf eens meemaken. 

Koffie met een broodje spinazie in Sperlinga, maar niet nadat we zijn verdwaald in een wirwar van steegjes met marmeren wegdeksel en een breedtebeperking van 1m70. En een ijsje in Nicosia, onder het waakzaam oog van de plaatselijke oude dames en heren die opvallen door verdwaasde blikken en stramme ledematen. Niet echt mijn plaats. Dus door. 

Na nog eens vijftig kilometer zigzag langs frana en fauna, Odile wil immers cactusvruchten plukken, komen we op de laatste vijftien kilometer kustweg van Finale naar Cofalu. Heren motorrijders, neem voor deze rit uw echtgenote niet mee. Het uitzicht is verrukkelijk maar de bochten zijn mooi en overzichtelijk. Derhalve kreeg ik regelmatig een por tussen mijn ribben en een manend woord te verduren. Toch zijn we op tijd op het terras voor de aperitivo. Iedereen weer blij. 

Lekker nagenieten met de beentjes omhoog, stukje kaas, knabbeltje erbij. Daardoor niet teveel honger en dus even een wandelingetje naar Pizzeria Girontonda op de rotonde. Halve pizza mee terug in de Doggy Bag, tanden poetsen. That's all, folks. 
 
 
Dag 16, Donderdag, Zwembad en Palermo
Ontbijten doen we met de restjes brood, yoghurt, cactusvrucht, pizza en tomaat. Het is vandaag rustdag dus tijd voor wat internetten bij het zwembad. Een hotelletje gezocht voor vrijdag op zaterdag, als Odile in het vliegtuig zit en ik moet wachten op de boot naar Sardinië. 
Vreemd en irritant is het, dat Vodafone me sms't dat ik 80% van mijn dagbundel heb verbruikt: ik zit op het Wifi van het appartement. Nog geen tien minuten later meldt Vodafone dat ik 100% heb verbruikt! Snel toch maar gestopt met internetten.  

Ik heb wel even gekeken naar de site van Treni-Italia. Daar staat dat we voor €6,- per persoon binnen een uur in Palermo kunnen zijn. De manager van het appartementen complex brengt ons weg en inderdaad, we gaan met de trein naar Palermo. Een trein vol schoolkinderen die alle stoelen en trapjes in beslag nemen en niet opstaan voor bejaarde dames en heren. Best onbeleefd. 

De zon van ons zwembad in Cefalu heeft plaats gemaakt voor wolkjes in Palermo, niet eens verkeerd want daardoor is het niet zo heet en wandelt het beter. In plaats van een stratenkaart te kopen bij een kiosk, lopen we naar het eerste beste hotel en vragen of zij een kaartje hebben. De receptionist is blij om ons te kunnen helpen en tekent op de kaart waar de belangrijkste bezienswaardigheden zijn.  

Wat ziet deze stad er slecht uit! Vervallen gebouwen, verveloze ramen en deuren, verloederd straatmeubilair en grauwe gevels. Tegenover het monumentale gemeentehuis, met airco-slangen door gaten in de vensters, staat een marmeren fontein met diverse beschadigingen. Aan de overkant van het plein een monumentaal dichtgespijkérd gebouw met losse luiken en afgebladderde muren. Troosteloos.  

Tot overmaat van ramp begint het een beetje te druppelen en binnen een paar seconden komen uit alle krochten en gaten opdringerige verkopers hun parapluutjes aan te bieden. Op het plein voor de kathedraal lopen misschien tien toeristen maar ook zeven verkopers, die eerst rechts van je staan en als je vriendelijk "nee, bedankt, het is alweer droog" zegt, komt de volgende van links en zwaait zijn handelswaar bijna in je gezicht. Als ik wat wil zeggen tegen Odile komt de volgende alweer en begint zich ongevraagd met ons gesprek te bemoeien.  

In de kerk verbaas ik me over het toilet dat zich achter een altaar bevindt en over de afgebladderde plafonds, het restant aan kartonnen verpakking in een hoek naast een gouden heiligenbeeld en het luide gepraat van een zwerver met een bezoeker, onder een gouden en zilveren beeld. Het geheel zou je met een filmcamera kunnen opnemen en door heel langzaam van links naar rechts te bewegen en overal even in te zoomen zou er een kunstzinnige filmhuis  film ontstaan. Bizar. 

Weer buiten struikelen we over een grote hoeveelheid aan Carabinieri, Polizia, Polizia stadale en militairen. Er is iets gebeurd of er gaat iets gebeuren of er gaat juist niets gebeuren omdat er zoveel agenten rondlopen. We lopen door een mondaine winkelstraat met H&M en Zara en zo, dan linksaf en daar is een wijk vol kraampjes met prullen maar veel meer stalletjes met fruit en groenten en kruiden waarvan we het bestaan niet kenden. 

Na een bier op een terras begint de avond te vallen, dus slenteren we terug naar het centraal station om de voorlaatste trein naar Cefalu te pakken. Nu zitten we voorin op redelijk comfortabele stoelen, de trein is snel en stil. Het is een sneltrein en na een tussenstop zijn we alweer in Cefalu. Daar staat zowaar een Nederlandse Saab 900 cabrio waar een dame haar koffer intilt, we spreken elkaar heel kort. Heer en dame wonen een groot aantal maanden op Sicilië en zijn bereikbaar via Bar Elite in de hoofdstraat, vragen naar de Nederlanders uit Ascari. 

Op het terras op het plein waar we wat eten wordt ik enthousiast van de gulle glimlach van de bediening. Hetgeen leidt tot nog meer gelach. En uiteindelijk een taxi naar ons appartement. Op het terras nemen we de dag nog even door en dan gaat het kaarsje weer langzaam maar zeker . . . uit. 
 
 
Dag 17, Vrijdag, weg Appartement, weg zeezicht.
Vandaag begint deel drie van mijn tocht. Vandaag pakken we de koffers weer in, doen de sleutels in het brievenbusje en rijden rustig richting westpunt van Sicilië. Alweer moet de ochtendzon plaatsmaken voor donkere luchten en een enkel spatje regen. Alweer wordt het toch nog droog. 

Door Palermo waar met veel man en veel macht de middenberm wordt geschoond van rommel van de afgelopen maanden. Op het wegdek worden bossen, dozen, struiken en zelfs het karkas van een scooter weggeharkt. De verkeerschaos die dit met zich meebrengt is hilarisch, waarbij een blondine in een rood alfaatje al kakelend denkt dat ze scooter rijdt en net als ons zich tussen stilstaande auto's wringt. Klemvast, dus. 

Op zoek naar mijn B&B in Terrasini komen we in een dorp/stad met vervallen huizen afgewisseld met paleisjes met palmpjes achter wederom afgebladderde muurtjes. Rommel op de weg, parkeerplaatsen vol vuilniszakken. Bah, wat een eerloze smeerpoeten. Eenmaal op het pleintje van het B&B is de boel echter schoon en licht en opgeruimd. Maar helaas moet de motor om de hoek op de straat worden geparkeerd. Dat doen we dus niet.  

De ober van het koffietentje wijst ons naar Palm Beach hotel, een kilometer verderop. Dat ziet er beter uit, en is nauwelijks duurder. Bingo. We laden de koffers van de motor en doen nog wat overtollige kleding in de rugzak van Odile, dat hoef ik de volgende duizenden kilometers niet meer mee te slepen. Dan gaan we nog even een tochtje maken door de bergen. En dat gaat me toch steil door dorpjes! Alle zeilen bijzetten tijdens het keren en draaien. Grind, marmer, blubber uit een gesprongen waterleiding. We komen van alles tegen. 

Terug in de bewoonde wereld op zeeniveau nemen we een cola en een koffie. We lezen wat, ik mail en bel met wat klanten. Maar dan is het toch zo ver. We stappen op en rijden zonder veel te zeggen naar het vliegveld. De helm in de hand, rugzakje om, daar gaat Odile de douane controle door. Tot over een kleine week!  

Ik rij rustig terug naar het hotel en neem me voor om bijtijds naar bed te gaan. Eerst nog even dit verslag schrijven. En hopen dat ze de airco op tijd kunnen maken. Het is best warm en benauwd op het kamertje. Morgen meer. Morgen route maken voor Sardinië.  
 
 
Dag 18, Zaterdag, het is mislukt.
Ochtend regen, na 11 uur enige opklaring, ik naar Palermo binnendoor, koffie meisjes strand Melano, dan ticketoffice. Geen boten naar sardinie napels livorno genua 
Papieren voor refund. Snel eiland af, geen etna syracuse cabrio. 

Ik bedoel dus: er is geen boot vanwege slecht weer. Dus geen Sardinië. En dus mis ik mijn boot naar Corsica. En dus mis ik mijn boot naar Livorno. En dan is er dus geen Tyrreense toer. Het is niet anders. Het is mislukt. Ik ook met mijn strakke planning. 

Belg op boot, vasteland rechts, hotel gardinia lazzura, luxe enige gast, taxi visrestaurant, manuel terug, lezen, route? Slapen.
 
 
Dag 19, Zondag, Nat, Noorden.
Eerste stuk 20 km bergop was erg mooi, Calabria ten voeten uit. 
Daarna regen, stortregen, miezer, mist, stortbuien, storm. Na 75 km weer beneden en korte opklaringen van 3 km en dan weer 50 km regen. Tot boven Napels, toen droog met af en toe een miezer, daarna kouder. Ben nu in hotelletje net boven Rome.
 
 
Dag 20, Maandag, geluk bij een gevalletje pech
Gisteravond geen echte parkeerplaats, maar ik laat de motor acher op het terras voor de deur van de bewaking. Aan de ketting, dat wel. En toch laat het me niet los. Een paar keer word ik wakker en bedenk dat ik het moet loslaten. 

Ook het werk moet ik loslaten. Maar dat lukt niet. Mijn bereikbaarheid is best slecht: overdags reizend en 's-avonds verslagen maken, plannen, vakantie vieren. Ik doe mijn best om mijn klanten, met name die net live zijn gegaan, zo goed mogelik van dienst te zijn. Maar nu de boot naar Sardinië niet ging en nu Odile weer weg is, nu begint het echt te kriebelen om gewoon weer snel aan het werk fe gaan. Voor mijn gevoel is de vakantie voorbij. I moet allen nog zo'n "k"-eind terugrijden. 

Dus ik sta vroeg op en ben als eerste bij het vootreffelijke ontbijt. Snel betalen, warme kleren aan want het zal wel koud worden vandaag, en weg. Maar wat is dat? Wat voel ik nou? Waarom draait mijn stuur zo zwaar? Heeft de een of andere onverlaat een geintje uitgehaald? Dat kan toch niet waar zijn? Een lekke voorband? 

Ik stap weer af en zie dat er nogal wat lucht uit de voorband is verdwenen. Niet helemaal plat. En het ventieldopje zit er nog op. Op aanwijzing van de receptionist rij ik in de ochtendkou 800 meter naar rechts om bij het benzinestation de band op spanning te bregen, maar na een minuut is de spanning weer lager. Een gaatje, dus. Wat nu. Terug naar het hotel. Op aanwijzing van de receptionist rij ik nu in de ochtendmist niets ziend naar links waar een bandenmeneer zou zitten. Helaas doet die alleen auto's, geen motoren. 

De knecht van de bandenman zegt echter: "Volgt u mij maar" en stapt in de auto. Net drie kilometer verder zit een motormeneer. Met gouden vingers, blijkt uit de Honda viercilinder creaties die hij heeft staan. Van origineel gerestaureerde CB400's tot een military look scrambler van eigen hand die met de nieuwe Ducati kan wedijveren. Deze monteur heeft binnen een minuut het gaatje gelocaliseerd en gaat het eerst met foamspray en dan met een rubber plug te lijf. Met succes.  

De band is dicht, binnen anderhalf uur en een tientje,  terwijl ik eerst met angst verwachtte dat het anderhalve dag zou kosten. En diverse tientjes voor nieuwe banden, afsleepkosten, werkloon et cetera. Daarbij bedenk ik me dat het gaatje pas de laatste paar honderd meter naar het hotel moet zijn ontstaan. Dus niet met 120 kmh op de snelweg met slingeren en ander gevaar. En ik bedenk me dat ik geluk heb dat er een monteur in de buurt was. En dat het maandag ochtend was en niet bijvoorbeeld zaterdag middag.... 

De mist is opgetrokken, de zon schijnt en ik draai vol vertrouwen de snelweg op. Mijn tomtom heeft flinke averij opgelopen tijdens de regenbui in de Calabrische bergen: condens aan de binnenzijde zorgt dat het scherm nauwelijks leesbaar en bijna niet programmeerbaar is. Uiteindelijk heb ik kunnen invoeren "Rij naar huis" en zie dat ik er morgennacht om 02:00'uur kan zijn. Laten we maar eens zien hoe ver we komen. Na of bij Verona wil ik een echt plan maken. 

Hoewel ik vanwege de prop in de band en gebulder om mijn hoofd bijna nooit boven de 120 kmh uitkom schiet het aardig op. Inhaalverbod voor vrachtwagens wordt aardig nageleefd. En de max 130 overigens ook, een enkele Audi of Porsche uitgezonderd. Dus tegen vieren ben ik bij het Gardameer. De pijlen worden gezet op morgenavond thuis en snelwegen vermijden. Dus vanaf Rovereto gaat het de bergen in, ik plan een hotel in Madonna di Campiglio. Lekker schoon slapen in een berghut. 

Dat van hut valt wel mee, het is wel aardig eind bergop. Dan naar de tweede verdieping: daar verdwaal ik zo ongeveer in mijn kamer. Met kast, dressoir, uitklapbed, hemelbed, schrijftafel, douchecabine zo uit de catalogus van gesofisticeerde hebbedingen, plus een voorkamertje. Echt Alto Adige, zeg maar. Ofwel Zuid-Tirol. Het restaurant is helaas dicht dus er is alleen een huisgemaakte Lasagne met Funghi en een gemengde Prosciutto. Met twee bier voldoende om me te vellen. En o ja, de motor staat weer binnen, veilig in een garage.  
 
Dag 21, Dinsdag, Kou, Nat, Weg
Ik word wakker en het regent. Het is donker maar wel overdag. Ik draai me om, maar de plicht roept, ik moet naar huis. Vandaag wil ik even de laatste bergen proeven en dan kilometers maken. Eerst het overdadige ontbijt. Na de Romeinse Zoetwaren, conform de verwachting van het Italiaanse Ontbijt, heb ik eigenlijk alleen nog maar overdadige ontbijten gezien. Waarbij het ontbijt van deze ochtend alles overtreft. Subliem. 
Nadat ik me heb ingepakt tot Michelin mannetje duik ik de regen en kou in. 8 graden, terwijl het gisteren 18 graden waren. Voorzichtig rijden over natte en gladde bergwegen. Een Mendola pas die normaliter prachtig is en een fantastisch beeld van Bolzano geeft, is nu grauw en grijs en glad. Ik bibber en kom beneden. Daar neem ik de Autostrada tot over de Brenner, de Timmelsjoch laat ik bevroren en wit voor wat het is. 

Een beetje expres koop ik geen vignet voor de Oostenrijkse autobahn want ik wil juist binnendoor. Dat betekent echter een uur of anderhalf vertraging en in de kou en nattigheid kies ik daar niet voor, dus ik rij illegaal snel weg. Tot een tiental kilometers voor de Fernpas. Daar ga ik de B-wegen op en gelukkig wordt het droger, maar niet warmer. In een of ander oubollig restaurant neem ik een Goulashsoep en verbaas me over een oud stel aan een tafel tegenover me. Man en vrouw kijken voor zich uit en praten niet. Als ik mijn soep op heb bewegen ze eindelijk hun hoofd. Maar zeggen niets. Toeristen die al dood zijn, maar die het zelf nog niet beseffen. Ik leef en stijg op en vervolg mijn weg over de laatste bergen richting Duits vlak land. 

Langs Reutte gaat het, dan Ulm, richting Würzburg. Het wordt lichter, maar niet warmer. Mijn regenkleding blijft aan om de wind buiten te houden, af en toe gaat de handvat verwarming op standje 2. Als ik kijk op de kilometerteller staan daar nog 600 kilometer tot huis. Dan nog 500 kilometer. Maar de tijd schrijdt eveneens onverbiddelijk voort. Ik zou pas om 23:00 thuis kunnen zijn. Dat gaat hem niet worden want de schemering treedt in. Dus besluit ik om uit te wijken naar hotel Dillhausen, het altijd warme welkome thuis voor ons als reserve kinderen van Eva. In het donker, met spatregen en glimmend asfalt rij ik de laatste kilometers op reserve de heuvels in. Dan stap ik af, bel aan, doe mijn laarzen uit en zie rode teentjes die krullen van de pret vanwege de vloerverwarming. Het duurt uren voordat ik weer warm ben. Maar dan slaap ik al. 
 
Dag 22, Woensdag, Hels, Einde
Vannacht heeft het gesneeuwd. Als je dacht dat je alles gehad hebt is opeens het zadel van je motorfiets wit. En koud. 

Na het ontbijt wil ik naar huis. Nog 300 kilometer afzien en dan einde van de enerzijds geslaagde vakantie en anderzijds de mislukte toer. De afstanden waren zo groot, net als de druk om weer aan het werk te gaan, dat ik de laatste dagen vooral op de vermaledijde snelwegen heb vertoefd. Niet leuk. En dan nu nog slechts 300 kilometer. 

Zodra ik de Westerwaldse landwegen heb verlaten kom ik in op de A3 richting Keulen. Het sneeuwt. Om de 20 seconden moet ik mijn scherm schoonvegen en heb dan een klont sneeuw te pakken. Mijn laarzen zijn niet waterdicht meer dus sijpelt het ijswater tussen mijn tenen als ik ze wriemel om ze warm te houden. Ook het Goretex van mijn handschoenen geeft het op en langzaam wordt de bovenkant van mijn hand ijskoud terwijl de binnenzijde gloeit van standje 2 van de handvat verwarming. Ik zie niets, behalve de schimmige achterlichten van auto's voor mij. Het spatwater, die ene graad Celsius, de remlichten. Ik doe supergeconcentreerd extreem voorzichtig. En dan weer een wegopbreking met daarvoor een kilometer file. 

Pas na Keulen, na 3 kilometer tripleren waar Duitsers niets van begrijpen, wordt het droog. Ik ben al tot op het bot koud en ga door. Totdat ik in Duiven afstap en met stijve vingers de deursleutel terug vindt in een borstzak van mijn klamme motorjas. Meteen naar boven en naar de douche. Als ik mijn laagjes afpel blijkt dat mijn thermobroek nat is op mijn buik. Dus ook mijn onderbroek is doorweekt. Dat had ik nog niet eens gemerkt door de kou in mijn voeten en handen. En dan blijkt ook dat mijn T-shirt vanaf de schouders tot aan halverwege doorweekt is. Ik heb dus nat de laatste honderd kilometer doorgereden en had niets in de gaten. Dat besef kwam pas na 15 minuten onder de warme douche. 

Vraag me vandaag niet of het leuk was. Dat kan ik pas over een paar dagen zeggen als ik het heb verwerkt. Het was intensief. Dat zeker. 
Maar nu eerst naar boven naar mijn kantoortje want er belt net een nieuwe potentiële klant, en die gaat voor. 
 
Epiloog
Een avontuur als dit: drie weken en een beetje op de motor. Dan moet ik denken aan Sjaak Lucassen die tijdens zijn vijf jaar durende wereldreis schreef "Tijd is mijn vriend". Op het moment dat hij terug moest en een deadline had omdat mensen op hem wachtten, toen bleek dat elke vertraging stress opleverde. Tijd werd zijn vijand. En zo was het ook tijdens deze Tyrreense Toer. Als ik niet op tijd had terug moeten zijn was ik nog even in Palermo blijven wachten op de volgende boot of zo iets. Nu moest ik snel terug, dwars door het slechte weer. En ook is het vreemd om eerst alléén te rijden, dan weer rekening houden met je lieve vrouw, en daarna weer alleen. Dat is toch ook schakelen. Ten derde moet je rekening houden met je doel: wil je rijden om ergens te komen en iets te bereiken, of wil je tijdens de rit tijd nemen voor alle moois dat je tegenkomt. Want waarschijnlijk ben je slechts 1 keer in je leven op die plek. En ontmoet je mensen waarvan je even later voorgoed afscheid neemt. 
Wat ik wel heb geleerd is dat je, als je alleen reist, je de mooiste dingen meemaakt en dat mensen graag hun verhaal aan jou vertellen. Immers is je verhaal veilig bij een reiziger (dat is een diepe gedachte). 

Als laatste de spreuk van de weuk : "Life starts at the end of your comfort zone".
Cheers!