Dollen in de Dolomieten

Het verhaal begint de vorige dag, aan het einde van "in één streep naar Garda". Ik was aangekomen op de camping in Sirmione aan het Gardameer. Niet mijn keuze maar die van mijn vrouw en dochters. Zij komen zaterdag aan per vliegtuig en het is nu dinsdag. In de aanhanger is mijn motorfiets meegekomen, mijn TDM uit '96 met heel wat vlieguren. Dus kan ik lekker vier dagen in de Dolomieten raggen en rausen, ik bedoel natuurlijk rustig toeren (gna gna).....

Meteen na aankomst op de camping heb ik de motor uitgeladen en nog wat bagage gerangschikt. Binnen een uur meer dan 2 liter water gedronken. Wat een benauwde warmte, zeg. 



Na een biertje naast de tent en een zoektocht naar een pizza denk ik lekker uit te rusten . . . .
De nacht begint met campingherrie en 30 graden. Ik kan niet slapen, veel te warm. Dus de campingstoel achter de tent gezet en in mijn onderbroek wacht ik op een briesje of tot ik het koud krijg. Als het tegen enen loopt probeer ik nog eens om liggend in een tent in slaap te vallen. Alle ritsen open en oordoppen in. Nog een paar uurtjes . . .


Dinsdag 23 juli

20130723 Sirmione Molveno 

Het is gelukt want pas over zessen wordt ik wakker. Kordaat begin ik de tent op te ruimen, de auto vol te proppen en met de afdekhoes staat hij geparkeerd in een hoekje. Met al wat zweet op de rug  ben ik de dag gestart, maar de motor start niet. Wellicht is tijdens de rit over de Alpen door de ijle lucht en daarna weer dikke lucht het mengsel in de carburateurs ontregeld. Pas na vier of vijf keer slaat hij aan. 

We zijn klaar om tien over zeven en ik loop nog even alles na, heb ik alles bij me? Poep. Mijn paspoort, die ik wellicht in de komende dagen nodig zal hebben, ligt nog bij de receptie. De slaperige bewaker kan me niet helpen en vertelt dat de receptie pas om negen uur open gaat. Twee uur wachten?
Dan maar eerst tanken en een koffietje nemen in het dorp. Het tankstation is onbemand en is van het type dat géén reguliere betaalkaarten kent maar alleen biljetten accepteert. Dus stop ik er een tientje in waarop ik slechts druppelsgewijs 2 liter krijg. Boeven. De koffie bij de buren is echter erg lekker.
(overigens, ik heb het bonnetje bewaard. Daarop staat een nummer en een emailadres. Een paar dagen later ben ik met het bonnetje teruggegaan en heb de teveelbetaalde € 8,- teruggekregen. Wellicht had dat ook via het nummer en emailadres gekund...)

Terug op de camping en na een uur wachten op de receptiedame krijg ik mijn paspoort en we gaan op weg. Eerst langs Peschiera en dan de doorgaande weg naar het noorden. Halverwege het Gardameer neem ik een afslag rechts de bergen in. Na een aantal bochten en vergezichten daalt de weg als weggetje met zo'n 15% naar beneden, verboden voor bussen en vrachtwagens. Dus. Maar beneden rijden die bussen en vrachtwagens met max 50 km/u in een rij naar Riva. Daar verdwaal ik nog even maar vind toch de tunnel naar de bergen. 
 
In vliegende vaart naar het meer van Ledro, vandaar naar Storo en dan rechts naar Tione. Ook op die weg neem ik een klein ommetje door de bergen. Klein en fijn en een blik op het fruit van de regio. Na Tione de weg naar Madonna di Campiglio en later Dimaro, ook niet te versmaden. Bij het meer van Santa Giustina ( nooit van gehoord maar wel errug mooi ) gaat het links via Revo naar Fondo en dan weer terug naar Cles. Daar gaat het links naar Tuenno en daarna via gele wegen naar het meer van Molveno.  



Via Internet vond ik daar Hotel Lory dat reklame maakt voor Dolomieten Motorrijden. Daar kwam ik voor en daar staat mijn bed voor de komende twee dagen.

Inmiddels heb ik mijn Ipad uit de topkoffer gehaald. De bedoeling is dat ik zo af en toe mijn email check, nieuws lees en onder andere dit soort verslagen ruw intoets. Lekker gesetteld op een fijn terras met voor mijn neus een Fransiskaner. Lekker een uurtje tot aan het diner met vanavond Ossehaas.
En misschien zometeen een praatje met andere motorrijders... 
Morgen meer, Ipad uit. . . 

Woensdag 24 juli.



Ik had de regel "praatje met andere motorrijders" koud ingetypt en ja hoor, binnen 30 seconden aan de klets en na vijf minuten het eerste van diverse biertjes. Om half acht eindelijk de bel voor het diner. Helaas, mijn praatmaatjes eten in een ander restaurant dus ik lees tussen de gangen een e-boek. Er zat erg veel tijd tussen de gangen, dus heb ik veel gelezen. En daarna snurken zeg! 

Vanmorgen pas om zeven uur wakker en fluks opgestaan en fris gedoucht. Daarna hops naar benee voor het ontbijt .... Maar helaas, alweer te vroeg. Zelfs geen koffie tot na achten. Dan maar een routeplan maken voor vandaag. Op de kaart staan nog een paar passen die ik niet ken. Plus de Stelvio die ik van de andere kant wil benaderen: tijdens de alpentoer had ik slechts de Bormio kant gezien.

Na het ontbijt meteen omgekleed en weg. Eerst richting Mezzolombardo en onderweg even tanken. De mevrouw die helpt denkt even na en rekent met de creditcard-pinautomaat dan €18,- rond af. Mmmm, ik check en zie dat het eigenlijk €17,91 moet zijn. Maar zonder bon kan het ook. We rijden naar het noorden en slaan dan rechtsaf de Passo di Menalo op. De weg naar beneden is indrukwekkend, korte bochtjes, steile kale wand links, afgrond rechts en prachtige vergezichten. Smalle weg afgezet met gemetselde blokken met daartussen planken. 

Het tempo is gezwind tot in Bolzano. Daar stuikt het verkeer tot een stoffig en warm naar diesel geurend geheel. Bij het doorklieven van de rijen auto's schiet ik een scooteraar aan en vraag naar de weg naar Sarentino. Ik was een kruispunt te ver doorgeschoten, maar na twee keer links en een keer rechts op een rotonde zit ik in een steegje dat later een paadje wordt en dan is het een weggetje tussen volktuintjes en uiteindelijk is het een weg met zelfs een verkeersbord met de juiste plaatsnaam. 

De weg gaat langzaam omhoog tussen weiden en hellingen met druiven en andere gezonde dingen: Val di Pennes. Het wordt opeens Zuid Tirol, met dito huisjes en spreektaal. Maar dan wordt het serieus. Na Rio Blanco, ook wel Weissenbach geheten, gaat de weg steiler omhoog en maken bomen en gras plaats voor rotsen en steen. Uiteindelijk passer ik het bord 2000 m en het gaat nog hoger. Op de Penser Joch cq Passo di Pénnes stop ik voor een koffie en een fotootje. 



Daarna naar beneden en aan het einde links richting Jaufenpas. Ook aan die pas was ik eerder niet toegekomen, met mij nog tientallen motorrijders en een verbazend aantal fietsers, de hele dag al. Na San Leonardo gaat het richting Merano, berucht vanwege het feit dat ik daar altijd verdwaal. Dit keer moet ik er zelfs tanken dus dat wordt wat! En ja hoor, ik verdwaal en zelfs in een grote stad als Merano kan ik geen tankstation vinden. Totdat ik besluit terug te rijden naar waar ik de stad inkwam om het nog eens te proberen. Dan zie ik een Q8 tankstation . . . . Dicht. Gewoon van 12 tot 16 dicht. 

Er is wel zo'n paal waar je baargeld in kunt stoppen, maar daarmee heb ik geen goede ervaringen. Toch probeer ik het. Ik pak een €20 biljet, kijk er voor de laatste keer naar en stop het in de gleuf van het apparaat. En het biljet komt terug. Op het display staat iets dat ik niet begrijp. Mmmmm. Dan pak ik een ander €20 biljet en probeer het nog eens. Ook dat biljet komt terug. Ik zeg iets hardop wat Italianen toch niet begrijpen. Een argeloze voorbijganger biedt hulp. Hij pakt mijn biljet, stopt het in de gleuf, drukt op een knop ( had ik ook allemaal gedaan!!! ) en hij zegt voilá op zijn Duits. Want het was een Zuid-Tiroler.

Ik tank en tank en kijk op de zuil. Immers had ik €20,- betaald en wat denk je, met de laatste druppels die de computerpomp mij geeft is mijn tank precies nokkie nokkie vol. Mooier had niet gekund. Bovendien had die voorbijganger mij verklapt waar de juiste weg verstopt was: achter borden met de naam Reschenpass, een alpenpas zo'n 80 kilometer verder. Dus ik vol met benzine en goede moed op weg richting Parcines, Naturns en Prato. 

Prato ligt aan het begin van de beklimming van de Passo di Stelvio. Onding. Wat een slecht wegdek, en wat een scherpe kleine haarspelden. Maar wat een fenomenaal uitzicht. En wat een aantrekkingskracht. In Prato zet ik mijn camera aan en film de gehele beklimming. Halverwege begint mijn TDM in te houden en pruttelt onder de vijfduizend toeren. Best lastig in die haarspelden en bij het accelereren verlies ik kracht. Op de video is te zien dat in de laatste bocht voor de top een tweekoppige Beier me inhaalt. 



Eenmaal boven maak ik nog even een fotootje van de spaghetti-weg voordat ik naar Bormio rij. Wat een verschil. Zo slecht als de weg aan de ander kant is, zo goed is hij aan deze kant. Ik hoop dat de video deze afdaling goed heeft opgenomen, want met het zonlicht op de weg en de watervallen was het echt een mooie afdaling. Met haarspelden waar je wat mee kunt. Ik herinner me een deel uit het gesprek van gisteren met de tukkerse motorrijders: "wat een haarspelden, 38 of zo. Waarom maken ze er niet gewoon twee mooie waar je wat aan hebt". 



In Bormio zie ik het bord Passo di Gavia en haal nog even twee auto's in. Even later zit ik in een tunnel, een lange tunnel. Mmmm, klopt dat wel? Ik besluit nog even door te rijden maar borden richting Gavia zie ik niet. Eenmaal gestopt zie ik op de kaart dat ik in Bormio zelf had moeten afslaan. Dus 50 km omgereden. Sois.

In Bormio zie ik de juiste weg meteen en hoppa, de Passo di Gavia aanvallen. De pas bijt terug. Wat een kreng. Wat een smalle weg en weer van die korte haarspelden. Maar als motorrijder krijg je wel waar voor je geld. Geen bussen, vrachtwagens en caravans. Soms is de weg niet breder dan 2,5 meter. Maar dan is hij wel met een stijging van 14%.

Beneden kom je aan in Ponte di Legno. Net in een kronkel van de weg zodat ik ook daar de orientatie omdraai en even twee kilometer verkeerd rij. Geen straf want zo neem ik die kronkel twee keer. In de richting van Passo del Tonale, een wintersport gebied met in de richting van Bolzano een verbluffend mooie bochtige weg. Inhalen in Italie is heerlijk. Toch moet je wel uitkijken voor autorijders die bochten afsnijden. Ik stop nog even om te tanken en "Kabang"; de pompbedienden schieten de weg op. Flap flap flapperdeflap, daar komt een vrachtwagen langs die zojuist een klapband had. Die wagen had ik even daarvoor ingehaald.

Of elkaar afsnijden, zoals blijkt in een tunnel op weg van Cles naar Mezzolombardo. Al het verkeer wordt omgeleid omdat twee busjes elkaar tegen de tunnelwand hebben platgedrukt, zo is nog net vanaf het viaduct te zien. In een van de dorpjes in de omleiding zijn ze bezig met werkzaamheden op een plek waar slechts een auto tegelijk door de flessenhals kan. Dit resulteert in een giga file van beide zijden. Maar gelukkig kan ik gebruik maken van de beleefdheid van twee vrachtwagen chauffeurs die op origineel Italiaanse wijze hoffelijkheid betrachten: "nee meneer, gaat u vooral vóór!" "Nee mijheer, gaat uw gang!" En snel glipt de hele eenpersoonsmotorclub door de flessenhals.

Al een uurtje of twee - drie zit de gedachte aan een lekkere koude fles Fransiskaner in mijn hoofd. Nog even naar boven richting Molveno. Daar aangekomen zie ik bijna alle mensen op het terras opstaan en het lijkt of ze naar me kijken. Waarom? Ik parkeer de motor in de garage en loop naar binnen. "Goed zo," zegt het meisje achter de balie. "Half acht, precies op tijd voor het eten."

Juist. Moe en bezweet en onder het genot van groente en zalm en een preitaartje, wegspoelend met die koude Fransiskaner, typ ik dit verslag van 513 kilometers Dolomieten. In de lengte, en wie weet hoeveel meters omhoog en omlaag.


Donderdag 25 juli.



Gisteren na het diner ging ik na het douchen nog even buiten op het terras zitten. Met best wel zere billen, overigens. Deze week rij ik in mijn Textiel pak. Want tijdens vorige Alpen- en Dolomietenritten had ik ervaren dat het weer snel kan omslaan en dat gehannes met plastic regenkleding wilde ik voorkomen. Ik bedacht me later dat mij leren pak een soort kussentje heeft .... of had ik tijdens vorige reizen ook zadelpijn? Maar ok, ik ben nog even aangeschoven bij de club van acht, de tukkerse motorrijders die ook bier lusten.

Zij gingen vannacht om vijf uur weg. Twee op de motor en de andere zes in twee autos met elk een aanhanger waarop drie motoren staan. Om half zeven ben ik alweer wakker en om acht uur is het ontbijt. Ik besluit tot een rustdag. Eerst en uurtje werken op de hotel-laptop en mijn Ipad. Daarna wandel ik naar beneden het dorp in om te zien wat hier het vertier voorstelt. Als snel zie ik de locale toerist, gemiddelde leeftijd 65 plus. En kleine kinderen. Ik wandel weer naar boven. 

In plaats van lezen en luieren zet ik de rustdag aan de kant en vul ik de motor bij met olie en smeer de ketting. De camera verhuist van voorscherm naar helm. En ik zoek een korte route uit. Eerst naar het zuiden langs het meer en verder richting San Lorenzo. Aan het einde van de weg links richting Trento en dan naar rechts naar Dro. Vanuit Dro loopt een weg omhoog naar Monte Bondone. Vanuit het lage dal vol fruit naar een kale top met skiliften. De hele route omhoog en weer omlaag heb ik vastgelegd. Eens kijken hoe ik dat op youtube krijg.



Het halve rondje Bondone eindigt bij Trento, maar ik ga naar links terug de bergen in.  Terug langs de parkeerplaats waar ik uit een stalletje een hamburger at en de mieren probeerden mij op te eten. Terug naar rechts richting Molveno. Terug naar het hotelletje met een koud biertje. Vakantie. Op het terras 26 graden, schaduw en een licht windje. De barbeque staat startklaar en de wandelaars, motorrijders en mountainbikers druppelen binnen. Ik sta op om een volgende Weizen te halen maar zoef, Bas de barman komt al aan. De timing van die prof is ongelofelijk. Heb je dorst? Wil je iets vragen? Wil je een biertje? Bas staat naast je voor je het weet, dat doet hij al drie dagen.

Vrijdag 26 juli,
Eerst het vervolg van gisteren. 
Aan het tafeltje naast me zitten twee motorrijders, Lars en Frank, die met Fazer respectievelijk Diavel de bergen komen bedwingen. We raken aan de praat, leuk aan de praat. Van motoren komen we op zaken en andere onderwerpen. Genoeg stof voor een gezellige avond die leidt tot een zakelijk voorstel aan de hoteleigenaar. En Bas de Barman. Volgens mij gaan ze volgend seizoen ook Gopro's verhuren.

Lars en Frank barsten van respect voor passen en bergen. En hun plan is om morgen die twee krengen, de Stelvio en de Gavia, aan te vallen. Ik ben erg benieuwd hoe het hen is vergaan.

Zelf ga ik ook niet te laat naar bed omdat vrijdag de reis terug naar het Gardameer is gepland. En ik heb nog geen route. 

's Morgens bij het ontbijt sla ik de kaart open en bedenk de volgende route: eerst naar Mezzolombardo, daar ga ik naar rechts richting Lavis. Onderweg koop ik een extra geheugenkaartje voor video opnamen. Ik verwacht weer wat moois. En dat begint eigenlijk al meteen als we vanaf Lavis links de gele weg nemen naar Giovo. Glooiende kronkels langs een lang en diep dal, tot aan Stramelizzo. Daar gaat het links naar Cavalese, een best wel autentiek bergstadje.



Na Predazzo zien we al wegwijzers naar de Passo di Rolle. Deze pas mag niet in je reisplannen ontbreken als je met de motor naar de Dolomieten wilt. Wauw, dus. En meteen na deze pas zie ik de weg naar Canal San Bovo, ook dat is onontdekt maar niet minder mooi. Na Grigno kies ik min of meer per ongeluk maar meer op het gevoel de weg door het centrum van een dorpje waardoor ik op een weg kom met haarspelden waar je wél wat aan hebt. Mooie doordraaiers en imposante vergezichten. Hoewel de lucht angstig donkere wolken toont. 

Nu weet ik niet meer precies waar het was. Maar het was een weg naar beneden langs een bergwand die vrijwel 90 graden uit het dal oprijst. Met haarspelden naar links die uit de wand zijn gehakt en haarspelden naar rechts die zich in tunnels bevinden. Even kijk ik over het randje en zie een nog steilere spaghetti dan de Stelvio. Deze route mag écht niet ontbreken in een Dolomieten toer.



Net voor Enego begint het dan ook te druppelen. De weg is nat dus dat betekent dat ik de bui net mis. In Enego zelf is het weer droog en hoewel er nog een staartje regen is bij het verlaten van Enego is de rest van de route deels dreigend deels onheilspellend. Maar he blijft droog en in de verte zie ik de zon alweer schijnen. Zoals in Asiago waar ik tank en besluit om te kiezen voor een snelle weg naar Garda. De tankmeneer roept: richting Trento, dan in Lavarone naar Fulgaria en dan naar Rovereto. 

Dat blijk precies een goede weg te zijn, snel en geel, langaam steeds hoger tot een skigebied bij Fulgaria, niet ver van Rovereto. En daar zijn ook de bordjes naar Gardameer. En het wordt ook snel weer warmer. Binnen enkele minuten afdalen stijgt de temperatuur zeker 10 graden tot zeker 34 graden. De laatste kilometers naar Riva verlopen in een file. Na Riva is er weer een file en vanaf dat moment is het warm en druk en nog drukker en drukkender. 

Gelukkig ben ik met de motor zodat het doorklieven gedoogd wordt door het overige verkeer. Een onnozele Belg en een assertieve Duitser, beide met een te grote Audi daargelaten. De rest van de toeristen snapt het wel en maakt 50 cm ruimte, genoeg om door te rijden waar zij moeten wachten. Ik had overigens niet bedacht dat mijn route langs het meer, ook voert door diverse dorpskernen waar mensen op zoek gaan naar parkeerplaatsen voor hun restaurant alsmede langs de preparken en waterparken die het Gardameer rijk is en die op dit tijdstip leeglopen. 

Lazise en Peschiera spannen de kroon. Ik neem nog maar een laatste slok water en eindelijk ben ik weer op de camping. Snel inschrijven voordat de receptie sluit. Dan meteen even naar de pinautomaat nog wat cash halen. Dan moe en bezweet de motor neerzetten, de tent opzetten en een lauw biertje uit de aanhanger pakken.



Na het douchen zit ik nu op het terras van het campingrestaurant en bedenk: dat was het eigenlijk. Mission accomplished. In één streep naar Garda en daarna nog eens vier dagen lol trappen in de Dolomieten. De volgende twee weken vakantie maken onderdeel uit van een ander hoofdstuk in het leven van een huisvader met ambities, maar zullen niet minder afwisselend zijn. Met een bezoek aan een Milanese familie, rust op een familiecamping en een weekendje Venetië. Morgen vang in de meiden op op het vliegveld van Bergamo. Joho. Maak het verhaal zelf maar af en kleur de plaatjes.

(Hier zou een vakantieverhaal kunnen staan. Lekker niet.)

Naschrift. 
De weken na bovenstaand speelkwartier was het erg heet en benauwd in Italië. Zodanig onplezierig dat we een dag de hitte zijn ontvlucht naar de bergen en heb ik de familie Molveno laten zien. Vervolgens kreeg ik toestemming om nog een dag motorrijden in de Dolomieten te organiseren. Dat werd 8 augustus, de laatste donderdag van de vakantie. 



Vanuit Sirmione met alleen een tanktas de bergen in. Eerst even snelweg richting Padova - Venetie om daarna de oostzijde van de Dolomieten te verkennen. Geweldig.

Weinig verkeer maar erg mooie afwisselende landschappen. Van Vicenza naar Citadella, dan van Valdobiadena naar Follina.



Rechts het vlakke land met fruitbomen, links de lonkende bergen. Na een klimmetje van een heleboel procent kom ik, via een 18-tal in de rotsen uitgehouwen haarspeldbochten, in het berglandschap van Monte Torresel naar Trichiana.


(Zie je de kloof omhoog met die haarspeldtunnels?)

Richting Trichiane kom je op een soort van hoogvlakte met rondom de puisten van meer dan 3000 meter hoog. 



Heerlijk rustig met gezwinde spoed naar Agordo en dan de Passo di Cereda en Passo Rolle (nu vanaf de andere kant). De tijd begint te dringen dus terug via Predazzo naar Trento.


Tussendoor voer ik het tempo op. Waarom niet? Het asfalt is betaald. 
Overigens, deze vrachtauto staat stil. En ja, ook bij 30 km per uur ziet het er spectaculair uit met een helmcamera.

Dan, na weer een kilometerslang lint van bochten en vergezichten moet er toch nog eens getankt worden, dus even iets langzamer . . . En Ja. Daar staan ze, achter een heuveltje, aan het gezicht onttrokken. 



Tijdens het tanken vertelt de tankbediende dat de Polizia in het hoogseizoen scherp is op scheurende motoren (in stadjes, wel te verstaan). Dus: rustig in woongebieden en dan weer : dollen in de dolomieten.

Laatste stuk is afscheid van de bergen. Morgen motor opladen en tassen pakken. Voor je het weet zit ik in Nederland, met recht asfalt en verkeersdrempels. Heimwee. Plannen voor de volgende rit! Joepie! Waar zullen we in 2014 heengaan?