In één streep naar Gibraltar

Inleiding

Gibraltar, een magische naam, een waterstraat die een zee verbindt met een oceaan. De scheidslijn tussen twee continenten, Engelse Navy tegenover Arabieren met kromzwaarden. Als kleine jongen had ik er een beeld bij. Zo ver weg, alleen. Onbereikbaar. 
 
Tot ik in 2009 begon aan een motorrit naar een ander bijna onbereikbaar doel, de Noordkaap. Toen ik daar aankwam en na 6 dagen naar het noorden rijden mijn helm afzette, hield de weg op en een beetje verdwaasd vroeg ik aan de Poolse motorrijder die naast me stond: "What now?". Hij antwoordde met een glimlach "Gibraltar", startte zijn Moto Guzzi en reed naar het zuiden. Zie ook het verslag "De Baltische Toer".
 
Het verhaal neemt een vervolg als ik in 2016 samen met mijn vrouw een motor huur in Torremolinos om samen door Andalusië te toeren. Het is een kleine omweg om dan voor het eerst in het echt, zij het op een gehuurde motor, Gibraltar te aanschouwen. Zie ook "De Spaanse Toer". Inmiddels heb ik als eens "in één streep" naar Assen gereden, met een groepje "in één streep" naar Gemünden" en met de auto "in één streep" naar Garda.
Het idee is om ooit, als ik de gelegenheid krijg, in één streep naar Gibraltar te gaan rijden.
 
Die gelegenheid komt tegen wil en dank. Mijn vrouw is inmiddels 2x naar Marokko geweest, met een aantal andere dames en op hun voorstel om mee te gaan, ben ik niet ingegaan. Liever zou ik naar Marokko gaan met de motor. Dit plan kreeg vorig jaar vaste vormen en ik boekte voor een groepsreis met Nick Sanders. Door onvoorziene omstandigheden en niet geplande gebeurtenissen ging deze reis niet door. Maar het transport van de motor van Nederland naar Zuid-Spanje vice versa en mijn vliegreis naar Malaga waren al geboekt.
 
Ik heb de vliegreis kunnen omboeken tot een enkele reis Malaga-Weeze en het motortransport gehalveerd tot alleen de terugreis. Vervolgens heb ik de kaart van Frankrijk en Spanje aan elkaar geplakt en met behulp van een lange liniaal een streep getrokken van Duiven naar Gibraltar. Vervolgens heb ik een aantal detailkaarten gekocht en de dorpen en steden die op/onder mijn streep liggen omcirkeld. Tijdens de tocht zal ik vervolgens de kortste en soms mooiste route bepalen.
 
Aan spullen ligt het niet, die heb ik verzameld op eerdere tochten. Dus de voorbereidingstijd ko relatief kort zijn. En dat was zij ook. In verband met werk ben ik de weken voor vandaag veel weggeweest en het slapen in hotels wordt een gewoonte. Veel voorpret was er dus helaas niet. En als ik uiteindelijk donderdag avond thuiskom van een week Limburg en België pleeg ik nog wat telefoontjes terwijl ik mijn tas inpak. Dan gaat om 21:00 de computer dicht en begin ik in mijn hoofd met de reis terwijl ik samen met mijn vrouw een lekker biertje drink..
 

In een streep naar .... Nangis

Dag 1, 6 oktober 2017, km
De eerste dag gaat van Duiven naar Nangis, net rechtsonder Parijs en zo'n 525 km gereden. 
De weersvoorspellingen waren goed, tenminste, twee dagen geleden. 15 tot 18 graden stond in mijn geheugen en alleen tot aan Eindhoven kans op wat regen. 
Dus die miezer bij 12 graden had ik niet verwacht. Tot aan Boekel. Daarna werd het droog. Maar niet voor lang. Om 10:30 begon het bij Eindhoven te druppelen, daarna miezer, toen regen en daarna nattigheid tot na Namur. Vervolgens af en toe een bui bij niet meer dan tien graden tot aan Chimay. Ik dus feitelijk door en door koud en de motor door de modder op de wegen volledig bemodderd en nat. Bah.

Maar toen klaarde het op. Zeg maar vanaf de Franse grens kwam de zon om de hoek en eventjes was het behaaglijk tot de zon ging zakken en de avond viel. Met laagstaande zon en toegeknepen oogjes heb ik een hotelletje / Gites gevonden met een paardenstal, dressuurbak en allerhande cowboy dingetjes. Mijn kamer heet Caporral, of zo. 

Vanaf Duiven ben ik meteen begonnen om me strak aan het plan te houden om langs het lijntje naar Gibraltar te rijden. Dat ging best goed tot aan Boekel waar ik een offroad pad opgestuurd werd. Normaliter geen punt maar de bovengenoemde regen had er een blubberspoor van gemaakt en met mijn wegbanden weet ik dat ik daar niets te zoeken heb, dan ellende en het risico dat mijn reis te vroeg zou stoppen door een valletje. 

De weg leidde vervolgens door kernen zoals Handel en Huize Padua. Ooit van gehoord? Tot aan Eindhoven werd ik door tomtom, met "de kortste weg" als instructie, diverse keren door dorpskernen en over industrieterreintjes gestuurd. Al met al hield dat zodanig op dat ik wat slimmer van dorp naar dorp op het lijntje ben gaan rijden. In België betekende dit dat ik wat sneller langs Hasselt en door Namen ben gereden. 

Binnendoor stak ik de grens over ergens bij Any. Om vandaar naar Fismes te rijden. Heerlijk, de zon komt erbij, de donkere regenwolken zie ik alleen nog links en rechts en achter me in de spiegels. Over glooiend landschap waar menig boer zijn uien en mais van het land heeft gehaald. De modder is nu echter opgedroogd dus het gas kan wat verder open. In Chateau-Thierry kijk ik hoever ik ben opgeschoten en besluit er toch nog maar 100 km bij te doen. Het wordt allengs kouder en de zon daalt tot precies in mijn ogen. Ik wordt moeier en mijn ogen tranen in de koude wind als ik telkens het vizier open moet doen om te zien waar ik rij, omdat het schelle zonlicht mijn vuile schermpje verblindt. 

Onderweg wil ik een booking.com hotel boeken maar ik heb geen internet. 3G is te weinig voor een goede filtering van hotels naar mijn smaak en pas in Nangis heb ik 4G. Meteen zie ik dat het dichtstbijzijnde hotel 7 km verderop ligt. Meteen geboekt en een kwartier later heb ik vriendjes gemaakt met een grote witte hond en leidt de akela me naar een onopgemaakt bed. Als ik vanavond in het dorp verderop heb gegeten zal alles klaar zijn en kan de motor op de binnenplaats. Prima. 

Zo gezegd zo gedaan en na een flink bord vleesassortiment van de plaatselijke Turk zit ik met warm gedouchte voeten op bed het verslag te schrijven. Tot morgen. 
 

In één streep naar ... La Réole

 
Dag 2, Zaterdag 7 oktober 


Koud. Buiten is het 2 graden en het lijkt erop dat het hier een koude dag blijft. Dus moet ik naar het zuiden. Met gezwinde spoed. Maar eerst op mijn slippers naar de Big Saloon voor een Frans ontbijtje met stukjes brood en koffie, boter en marmelade. 
Langzaam wordt het buiten licht. Binnen wordt het acht uur. Snel een foto van de huisjes op de kampong en dan aankleden. 
Gisteren werd ik overvallen door de lage temperaturen van 10-12 graden. Vannacht was het 0 graden en nu nauwelijks warmer. Dus trek ik diverse laagjes aan: eerst technisch t-shirt, dan twee van die Columbia Cool-shirts en als laatste een katoenen shirt. Zo. Ik krijg het vandaag niet meer koud. De regenhandschoenen gaan aan en met een doekje maak ik de motor droog die nat is van de condens. Met beslagen spiegels, windscherm, vizier en bril rij ik weg, de wolkeloze hemel tegemoet. Het móet vandaag warmer worden. 

Op de teller staat 88750 km. Op het schema staan Chateau Landon, Sully en Salbris. In de tank zit nog voor 80'km brandstof en het eerstvolgende tankstation zit 29 km verderop. Heel vreemd is het. Maar de brandstof meter daalt twee keer harder dan de kilometerteller stijgt. Mijn weg voert door een paar bossen en daalt dan naar een rivier. Er stijgt mist op uit het warme water. Hierdoor ontstaat een surrealistisch vaag panorama van de overzijde dat verdwijnt als ik over de brug rij en dichterbij kom. Achter me sluiten de wolken en onttrekken de heuvels uit het zicht. Mooi. 

Aan de overkant van de brug herinner ik me mijn tank en met nog een paar druppels (theoretisch volgens de digitale teller) in de tank stop ik bij de Intermarché. Een onbemand station dat helaas al mijn kaarten weigert. Een man met een hoodie en een Touarech wil helpen en met zijn kaart tank ik €30,- in ruil voor mijn Cash. Toppie, snel geregeld. En het is nu 6 graden. Dat kan beter. 

Na het tanken in Moret, net over de Seine, dat was die rivier, kom ik in een landbouw landschap met kilometers rechte wegen door kilometers grote weilanden. Saai? Nee, niet echt. Met honderd per uur haal ik af en toe een auto in. Soms moet je afremmen voor een leeg dorp of een uitgestorven stadje. Het begint me op te vallen dat je eigenlijk alleen oude mensen ziet in die dorpjes. En het begint ook op te vallen dat er ook oudjes in die auto’s zitten die ik inhaal. Vooral oude dames met wit of grijs haar en grote zonnebrillen. Gaan ze naar de markt of naar de kapper? En kunnen ze echt zo goed rijden of hebben ze vanwege die oudjes de wegen zo recht gemaakt? Zal ik maar gewoon heel goed defensief rijden vandaag? 

Ik kom in Nemours en dat is een mooi plaatsje. Zeg maar stad. Maar wel een om eens te bezoeken, met oude gebouwen, nieuwe horeca en winkeltjes en een sprankelende rivier. Het gaat verder. Om Chatteauroux te mijden besluit ik 60 km snelweg te nemen. Dat schiet in zoverre op dat ik alweer met dik honderd af en toe een auto inhaal op een nagenoeg rechte weg. Na afslag 18 gaat het weer binnendoor. 

Had ik al vermeld dat het seizoen van de jagers is begonnen? Al in België zag je borden met "Pas op! Jagers." Vreemde borden want everzwijnen kunnen niet lezen. Of is het bedoeld om wandelaars uit de bossen te weren. Natuurlijk. In de buurt van het dorpje Lorris staan de borden al langs de weg maar de jacht was nog niet begonnen omdat ik de jagers met hoorns en honden betrap voordat ze de kerk om zegen vragen. Ik denk dat de pastoor daarna in het bos de beesten gaat zegenen. Of misschien gaat hij een lekker recept opzoeken. Wie weet. Folkloristisch is het wel. 

Na een heerlijke espresso aan de bar (€1,- zo heurt het) gaat het verder. In dat cafeetje overigens zat een oude Marokkaanse man ook van koffie te genieten en met twee opgestoken duimen wenst hij me een prettige reis. Leuke mensen, die Fransen. Ook onderweg werken ze mee om het leven van een motorrijder leuker te maken. Zowel tegenliggers als mensen voor je maken direct plaats om je te laten passeren. Dat schiet op. Ook in steden en dorpen geen gemopper: even naar rechts of links en ploep! je bent van elkaar af. 

Als de temperatuur stijgt worden ook de heuvels hoger en worden de wegen kronkeliger. Het is middag en er komen meer motorrijders op de weg. Ook motorrijdende gendarmes. Net als ik over de doorgetrokken streep een paar auto's inhaal komen twee agenten me tegemoet: in korte mouw en eentje met groot licht aan. En maar zwaaien. 

Na de landbouw en de bosbouw wordt het langzaamaan tijd voor de wijnbouw. Vanaf Pellegrue is het een en al wijnrank. Nu ben ik geen wijnkenner dus kilometerslang vraag ik me af hoe de wijn uit deze streek zou kunnen heten. Ik zoek naar aanwijzingen en reclameborden en peins me suf. welke wijnstreek produceert zoveel van dezelfde druif? Ik kan bedenken. Totdat mijn oog valt op het bord "Bordeaux 50 km". 

Ik sta in La Reole. Dan besluit ik dat het welletjes is voor vandaag en pak mijn mobieltje voor een gesprek met booking.com. Binnen 10 minuten heb ik geboekt in Langon. 15 km verderop. Een keurig wegrestaurant-hotel uit de jaren tachtig. Met prima filet mignon met mosterdsaus en salade met gebakken appel en gerookte ham. En Leffe blond. En met vast en zeker een goed bed. Morgen de Pyreneeën over? Dreams, sweet dreams. 


In één streep naar ... Esteras de Medina

 
Dag 3, Zondag 8 oktober
Het begint bij 89363
 
Gisteravond bij aankomst vertelde de aardige dame dat het ontbijt geserveerd werd vanaf 08:00. Echter omdat ik vroeg wil beginnen met rijden wil ze voor mij een uitzondering maken en zal om 7:30 mij bordje klaarstaan. Maar geen croissantjes, die zijn er pas om 08:00.
Dus stond ik schoon gewassen en gepoetst om half acht voor een dicht hek. Uiteindelijk kwam de leuke dame in kwestie om 07:45 aan. Prima koffie en brood met ham en kaas.
 
Na het voldoen van de rekening rij ik terug naar La Reole om vandaar de route op te pakken. Tot mijn schrik hangt er mist. Precies in het dal waar de Gironne stroomt hangt er mist, een kilometer noordelijk en zuidelijk schijnt de zon. Mijn weg naar La Reole loopt af en toe binnen die zone. Op een zonnig stukje ontwaar ik een bemande benzinepomp, die moet ik hebben. Qua betalen hebben ze hier bedacht dat je eerst betaalt en dan gaat tanken en dan weer terugloopt om wisselgeld te halen.
 
Eenmaal terug in La Reole rij ik naar beneden richting de brug. Wist ik niet hoor, maar voor het oog hangt er een halve brug. De mist onttrekt de andere helft en de overkant aan het gezicht,
Aan de overkant, na ongeveer een kilometer, rij ik weer in de zon. De weg leidt door bossen en alweer kom ik op een lange weg. Kilometers lang rechtuit. Terwijl ik in de mist begon met 6 graden koelt het nu af tot 4, 3, zelfs tot 2 graden zodat mijn dashboard knippert met sneeuwgevaar. Duitse zekerheid.
 
Wat ik me nog herinner van deze bossen is de geur van eikenbomen. Zijn het wellicht de eikeltjes die ik ruik of verwar ik deze met rotte appeltjes en paddenstoelen. Gisteren rook ik vooral dennen in de hoge heuvels en wijn tussen de ranken.
 
Opeens zie ik in de verte bergen aan de horizon. Vaag getekend tegen een blauwe lucht en een beboste voorgrond. Ik nader Orthez waar ik op de markt een koffie neem en de kaart bekijk.
 
Na Orthez gaat het naar boven de bergen in. Het wordt weer kouder. De wegen zijn uitstekend, veel korte en veel lange bochten. De bomen staan in herfsttooi te pronken in de zon, slechts een enkele boom heeft zijn blad al laten vallen. Dat zorgt voor troep op de weg dus ik doe voorzichtig. En al draaiend en kerend kom ik boven op de pas. Gierende wind uit het dal, zon op de bol, mooi panorama en een kitschfoto van de brommer.
 
Als ik aan de andere kant afdaal gaat de temperatuur net zo snel omhoog als ik omlaag. En voor ik het weet is het 24 graden als ik langs het stuwmeer Aragon rij. Ik ben niet de enige motorrijder aan die kant. En zeker niet de snelste. Met recht een mooi recreatiegebied. Met heel aparte afgesleten rotsen, ruïne van een kasteel of kerk en oogverblindend knal blauw water.
 
Mijn weg gaat verder Ziud-Westwaarts en ik vind me verdwaald tussen dorre akkers en uitgebloeide zonnebloemen. Ergens las ik dat Spanje rood is. Rode aarde overal. Met rood stof overal. En ik zie het ook zo. Als ik herders zie met een kudde schapen. Of rollen stro. En enorme bergen met hooibalen.
Om deze figuren heen zie ik het grote niets. Kilometers lang geen boerderij, geen akker. Wel staan overal van die foeilelijke energie windmolens.
 
Ergens in het grote niets, als de temperatuur is opgelopen tot een slordige 27 graden, kom ik bij een bemand tankstation. Ik koop benzine, een verse fles water voor mijn camelback en een halve liter olie voor de motor. Samen met de aardige dame van het tankstation zoeken we een hotel uit, tenminste, ik vraag haar wat de kans is op een hotel in een stad zoals Medinaceli. Ze wijst op de kaart Madrid aan en zegt dat daar wel hotels zijn. En bedankt.
 
Ik boek via booking.com een welverdiend hotel met zwembad en voer wat olie in het motorblok. Pling zegt de telefoon: helaas kampt het hotel met technische problemen. Dus ik op zoek naar een ander hotel, nu zonder zwembad.
 
Nog 163 km te gaan en ik stap op. Na 50 km stap ik weer af. De zon is weer gaan dalen en teistert mijn ogen. 20 km met een hand voor mijn ogen leidt tot een nieuw plan. Ik zoek mijn pet op uit de koffer en doe deze op, onder mijn helm. De klep van de helm kan niet meer dicht maar de klep van mijn pet houdt de zon uit mijn ogen. Als ik een selfie maak zie ik dat, hoewel ik gesmeerd had, mijn wangetjes rozerood zijn gekleurd.
 
Maar het is gelukt en ik ben beland in een ruraal hotel met gezonde kost en prima voorzieningen. Het dorp is klein en veilig. Er wonen 11 mensen en de meesten zijn oud. Niemand heeft een motorrijbewijs dus die staat hier veilig. De verse knoflook uit eigen tuin brandt nog een beetje na als ik dit epistel schrijf. En op het rumoer van de overige gasten na is het hier stil. Maar niet voor lang. Snurk.
 

In één streep naar ... Montoro

 
Dag 4, Maandag 9 oktober
Km 89980
We hadden geen ontbijttijd afgesproken dus ik maak er maar acht uur van. Inderdaad precies goed want de boter en jam staan al te wachten, gevolgd door Italiaanse percolatorkoffie en geroosterd brood. Plus een stuk appelcake met appels uit eigen tuin. Ik maak nog wat fotootjes van de tuin. Als ze stoppen met het hotel kunnen ze meteen een Brocante winkel openen.
 
Buiten is het helder met 5 graden. Het duurt even voordat tomtom begrijpt dat ik als ik iets intoets hij iets moet doen. Ook de motor moet eerst even warm draaien voordat er pk's tevoorschijn komen. Dan gaat het rustig aan richting Cifuentes. Ik rij over Luzaga, een van de stipjes op mijn kaart. Vanaf de vlakte zie ik een soort bos. Het blijkt een rots te zijn waarop een aantal huizen staan. In de schaduw tussen de bomen zakt de temperatuur tot 0,5 graden. Ik raak er maar niet over uitgepraat, die kou in plaats van de verwachte warmte.
 
Nadat ik in Luzaga door diverse steegjes ben gereden, sommige niet breder dan een Fiat500, en het halve dorp wakker heb gemaakt, rij ik over akkerbouwgebied en leegte naar Cifuentes voor een snelle maar vooral warme koffie. Dan zoek ik mijn weg langs een halfdroog stuwmeer. De rurale natuurdame van gister vertelde al dat er grote droogte heerst in centraal Spanje. Omdat er geen regen is gevallen in de zomer is de grond mogelijk te droog voor paddenstoelen. De stand van het stuwmeerwater liegt er ook niet om. Het is duidelijk dat autowassen niet op prijs wordt gesteld.
 
Het is langs het stuwmeer en verder heerlijk kronkelen door de heuvels, dan via hoog laagland naar Lillo. Halverwege wordt ik staan gehouden door een ambulance chauffeur, de enige persoon met een autom met zwaailicht, in een dorp op het enige kruispunt. Van links komt een mini optocht van maar liefst vier man en een twaalfmansband. De schutterij, wellicht?
 
Niet veel verder, was het in Villarubia de los beide Ojos, kortom ergens in een dorp stop ik voor iets te happen of drinken. Er blijkt een markt aan de gang te zijn. Diverse mannen met dameskleren en oldfashioned t-shirts spreken me aan met een commerciële bijbedoeling. No habla Espagnol helpt voldoende. Bij de fruittent kies ik een appeltje maar mag niets betalen, dat doe ik toch. Ik eet lekker mijn appeltje en loop op de markt terug naar de motor. Gauw koop ik een paar snoepjes van een kind op een snoepkraam. Een paar jonge mensen staan met armen vol vlaggetjes te praten en opeens zie ik dat overal vlaggetjes zijn opgehangen.
 
De kilometers rijgen zich aaneen en plots rij ik over de weg van Don Quichot en kom in een dorp vol met beelden van Don Quichot, held van La Mancha, en ik zie de molens op de toppen van de heuvels. Later zal ik googelen naar mooie foto’s.
 
In Dalmiel ga ik op zoek naar een bemand pompstation. Dat lukt en na het tanken kijk ik naar de achterband. Nondeju. Ik zie meteen een ijzerdraadje in de band. Vorige keer in Schotland kostte me dat twee nieuwe banden omdat ik de spijker er uit liet halen. Wie weet hoe lang dit draadje er al zit zonder kwaad te doen. Dus ik besluit om de band op te pomp en en er verder niets aan te doen. Gewoon iets vaker controleren.
 
De weg gaat verder over de snelweg naar Puertollano en met de band is niets aan de hand. Dus het plan om de bergen over te gaan, gaat door. Niet om het een of ander hoor, maar het is inmiddels middag. Het is warm en het is nog 150 km draaien en draaien. Ik ben een man met een missie dus opgeven is geen optie. Even de benen strekken, een slok water en een van de laatste snoepjes. Terwijl ik de stad verlaat loopt de temperatuur op. Net over de eerste bergrug toont het landschap een aaneenschakeling van kale en nauwelijks beboste heuvels en bergen. Er is een stuwmeer en een rivier en heel veel bochten. Aan de zuidkant van de heuvels loopt de temperatuur op tot soms 33 graden.
 
Het is tijd om mijn zomerjas aan te doen. Al kilometers lang rij ik met windscherm open en dikke zonnebrand op mijn wangen. Dit had ik van Spanje verwacht. Ruw, warm, afwisselend. Zo staan er opeens herten naast de weg, klaar voor een foto. En even verder staan er borden om te waarschuwen dat er Lynxen in het wild rondlopen. 1. Wat moet je doen als je een Lynx ziet? 2. Moet je bang zijn voor Lynxen? 3. Moeten de hertjes bang zijn voor Lynxen?
 
Aan het eind van de kronkelweg met wilde katten en reeën neem ik een Colaatje en boek een hotel in de buurt van Villla del Rio. Het wordt hotel Mirador Montoro, een aanbieding met zwembad. En een zwarte kat die met de kaart speelt als ik begin met het verslag.
Buiten klinkt feestgebral en muziek. Is het echt een feestdag in Spanje?
Ik ga even kijken en in de straat van het hotel staan diverse kraampjes met portemonnees en Afrikaanse zonnebrillen en horloges. Om de hoek zijn kermis attracties en dranktenten. Maar wat het meest opvalt zijn de tientallen dames uitgedost met typisch Spaanse Flamengo jurken. Van sommige ga ik dromen.
 
Maar eerst even eten in het chique hotel. Ik ben samen met een man aan de bar de enige gast. De receptioniste heeft voor de gelegenheid het menu van de dag vertaald. De gebakken groente (prutje met een gebakken ei erop) en de gegrilde kip (met vette jus) kosten bijna niets. En gaan vast zometeen lekker zwaar op mijn maag liggen. Nog 250 km naar Gibraltar. Het einde is in zicht.

 

In één streep naar Gibraltar, eh Tarifa, eh Malaga

 
Dag 5,  dinsdag 10 oktober
90532
 
Vanmorgen was het eens niet stervenskoud buiten. Gewoon 14 graden. En na het slordige ontbijt, geserveerd door een morsige ober met zonder tanden, neem ik afscheid van het luxe hotel "with a view" en van de aardige receptioniste. Na twee rotondes ben ik het dorp uit en meteen zit ik tussen de olijfbomen. Kilometers olijfbomen. Grote bomen, kleine bomen, jonge stekkies en oude basten. Heuvels vol. Dalen vol. Soms dicht op elkaar en dan weer met ruimte ertussen. Soms in rechte lijnen en soms niet. Tot zover de olijven.
 
In Castro del Rio check ik nogmaals de bandenspanning: niets mis mee. Lekker verder knallen. De volgende mijlpaal op de rit is Puente Genil, wat ik schamp door er net langs te rijden, en Castillos. Daar kom ik weer op een markt terecht. Nu zonder fruit en etenswaar, alleen kleding voor dorps gebruik, zeg maar. Tevreden sla ik de hand aan mijn allerlaatste mueslibol met kaas en bel nog even mijn het thuisfront.
 
Dan volgt een prachtige route waarbij ik het heuvellandschap met olijfbomen zie veranderen in het ruigere bergwerk. Ik ben op weg naar Ronda, een beroemde stad op een breuklijn in het landschap. Deels op een hoogvlakte gebouwd met tussen twee wijken een enorme kloof. Dat de stad beroemd is wist ik van een vorige reis (Zie Spaanse Toeren) maar dat was in april, de week voor Pasen. Nu in oktober is het mogelijk nog drukker. Geen parkeerplek te vinden binnen 2 km van het centrum, massa’s toeristen die elkaars selfie verpesten. Wel plenty gendarmes die toezien op het naleven van goede zeden. Dus neem ik maar een foto van een buitenwijk.
 
Mijn instructies wijzen, als ik een dorp op mijn lijstje heb staan, steevast naar het centrum waar een kerk staat. In het dorpje Gaucin gaat het mis. Een klein bergdorpje met steegjes zo breed als een Fiat 500 en pleintjes onder 45 graden helling. En ik maar draaien en keren op zoek naar mijn wayPoint. En de politie zet telkens bordjes neer met "eenrichtingsverkeer" of "alleen voor bewoners". En als ik uiteindelijk "bestemming bereikt" hoor van mijn tomtom-stem, herhaalt zich de zoektocht naar de uitgang van het dorp. Had ik hier nu maar een filmpje van gemaakt.
 
En terwijl ik me zo verheugd had op een lunch in Gaucin. Ik denk: ik zoek wel een ander dorp, gewoon met een bereikbare bar met tapas. En ploeps, daar ben ik, op een terrasje van een bar met tapas. Let wel, je moet wel inventief zijn om het te ontdekken, want er staat een bord op de stoep dat wijst naar de overkant van de straat. En de man achter de bar wil me niet helpen: "I dont speak english, you have to wait for Maria". Ik besluit om een paar werk-telefoontjes af te handelen en uiteindelijk reken ik €4,50'af voor een lunch met een drankje. Ronda, eat your heart out.
 
Overigens: tegenover het terras is een tankstation met wasplaats. En daar staat opeens de politie uit Gaucin hun auto te wassen. Zonder betalen.
 
Een heerlijke stuurweg volgt naar het zuiden. Als motorrijder krijg je steeds voorrang. En mag je over doorgetrokken strepen. Je mag inhalen waar het niet mag. En dat schiet lekker op. Tomtom staat inmiddels ingesteld op Gibraltar. En als we de bergen verlaten zie ik boten op een groot blauw water. Daarna zie ik knalblauw water met in de verte een enorme rots. Ik stuur er op af en ervaar dezelfde chaotische drukte van vorige keer. Een apenrots, een mierenhoop, wat een boel mensen op zoek naar korting en gewin.
 
Ik druk me door en voor het verkeer en sta opeens op de stoep voor de vuurtoren. Km 90850. Hier ben ik, een foto alstublieft. En weer weg, brr. Zo snel mogelijk ga ik richting vasteland en ga naar links, naar Tarifa. Ik vind mijn tocht niet kompleet als ik ook naar het zuidelijkste puntje van Spanje rij. Langs een drukke stad Algeciras, bekend van de overtochten naar Marokko en dan naar het beachboy centrum Tarifa waar de stoere blonde mannen spelen met de wind en de golven. Ik krijg zand in mijn ogen, ben niet blond of zo. Ik zoek een blikje cola en beschutting voor de wind bij de Lidl.
 
Voor me staan twee mannen een enorme kar spullen op de band te laden. Heb ik weer, met mijn ene blikje cola. Vrolijk zeg ik "that is al lot fot one family man" waarop een van de mannen lacht en uitlegt dat hij Marokkaan is, and where are you from? Ik ben from Holland. OK! Dan kunnen we Nederlands praten. En daarna ontspint zich voor alle wachtende Spanjaarden een gezellig gesprek tussen een Marokkaan die in Nederland heeft gewerkt en nu naar Marokko gaat en ondergetekende, die zijn colaatje openmaakt.
 
Buiten regel ik een hotel. Hetzelfde hotel waar bikeshuttle zijn motorfietsen ophaalt en wegbrengt. Niet goedkoop maar wel met een restaurant en een zwembad. Na honderdvijftig kilometer snelweg ben ik gezwommen, gedoucht en gezeten aan een tafel in het restaurant. Ik heb net een borrel besteld en een bier en een biefstuk. Nog even het verslag in ruwe vorm opschrijven en dan naar bed.
 
Misschien nog 1 Wodka met Tequilla shotje bij het bier?
Hoera. In één streep naar Gibraltar.
Missie geslaagd.
Ik vier het met heerlijke tonijnsalade vooraf, een biefstukje in het midden en een ijsje toe. Met die biertjes en wodka is het goed toeven totdat de zandman langskomt. Ik graaf me in het geairconditionede bed.
 

In één streep terug.

Dag 6.
 
De ochtend begint rustig. Ik besluit voor een ontbijtje de stad in te gaan. Die 5 km naar het centrum doe ik met normale schoenen en broek, 25 graden en rustig aan. Malaga barst echter uit de voegen qua verkeer en veel te weinig parkeerplaatsen. Ik zie op meerdere plekken dienders boetes uitdelen aan buiten het vak geparkeerde scooters. Ik zie een motorrijder 2 scooters uit elkaar plaatsen zodat hij er krap tussen kan staan. Met een RG12000GSA is het niet te doen, geen parkeerplek te vinden. Basta, ik ga de stad weer uit.
 
10 km verder is een strandje met wat tentjes, ik eet en drink wat supermarktvoedsel en ga na een korte wandeling en een halfuurtje zonnebaden terug naar het hotel. Vanavond vlieg ik terug naar Weeze. De motor zal met Bikeshuttle over de weg naar Nederland gaan.
 
Aan het eind van de middag neem ik dus een taxi naar het vliegveld en wacht rustig op mijn vlucht. Even over die vlucht terug: ik vloog met Ryanair. Veel te krappe stoelen zoals altijd voor lange mensen. En of het nu komt omdat het een late vlucht was, het leek of ze ons als domme passagiers alle overgebleven troep zoals parfums en actioncamera’s moesten verkopen. Elk kwartier kwam er een andere medewerker door de microfoon schreeuwen dat er een fantastische aanbieding is. Broodjes, zalfjes, cola, lasagne. En na en kwartier weer geschreeuw dat steevast begint met " again, welcome aboard". Reuze irritant en hopelijk vergeet ik dat snel maar onthou dat ik liever niet met Ryanair ga vliegen.
 
Ik vlieg naar huis en kijk naar beneden en bedenk dat dit de omgekeerde wereld is, het tegenovergestelde van wat ik deze week meemaakte. Van in één streep naar Gibraltar vlieg ik nu in één en dezelfde streep terug naar huis.
 
Tot de volgende reis.
Route Gibraltar